Op donderdag 1 november verschijnt nummer 7260. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:
Drs. P.J.J.M. Peeters - Filialisering als mogelijk antwoord op de “per-element-fiscale eenheidsbenadering”
De auteur bespreekt een pragmatische oplossing voor met name de wetgever voor het wegnemen van een veronderstellenderwijs verboden belemmering via de “per-element-benadering” in de vorm van een fiscale eenheidsvoordeel (zoals bijvoorbeeld geen art. 10a Wet VPB 1969 gelet op het X-BV-arrest), waardoor een beroep op de per-elementbenadering in feite ineffectief zal zijn en ons unieke regime van de fiscale eenheid in stand kan blijven.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Dr. J.C.K.W. Bartel - De WOZ-beschikking: het roer moet om
In dit artikel analyseert de auteur de aanslag-, bezwaar- en beroepsfase van de WOZ-beschikking en laat zien dat er nog veel te winnen valt om de toegankelijkheid tot de procedure voor de woningeigenaar te herstellen en de kwaliteit van de besluit- en oordeelsvorming te verbeteren. Hij bepleit onder meer dat het in de beroepsfase weer moet gaan om de juistheid van de aan de WOZ-beschikking ten grondslag liggende gegevens en niet meer over de door de heffingsambtenaar ingebrachte taxatie die specifiek voor de beroepsprocedure is uitgevoerd.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Mr. drs. C.J. van Zijp - Ouderenkorting en verzamelinkomen
De ouderenkorting is afhankelijk van het verzamelinkomen. Terwijl bij andere regelingen wordt getoetst aan het gezamenlijke verzamelinkomen van de fiscale partners, vindt bij de ouderenkorting de toetsing plaats op basis van individueel verzamelinkomen. De reparatie van het schokeffect vanaf 2019 is één aspect aan de regeling. Het toetsen aan het individuele verzamelinkomen is een ander aspect dat de aandacht verdient. Auteur bepleit dat dit wordt gerepareerd.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Mevr. R.R. Zablowskaja LL.M - “Meer transparantie in de vennootschapsbelasting?”
Verslag van de duo-rede van prof. dr. S.A. (Stan) Stevens en prof. dr. A.J.A. (Ton) Stevens bij de openbare aanvaarding van het ambt van hoogleraar vennootschapsbelasting aan Tilburg University op 14 september 2018.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Binnenkort in het Weekblad
Vennootschapsbelastingregimes: keuzes in kaart
In dit artikel wordt door prof. dr. S. Cnossen de regimes van de vennootschapsbelasting (vpb) in de Europese Unie (EU) in kaart gebracht. De meeste lidstaten hebben een voorkeur voor het aan de bron belasten van door vennootschappen gegenereerd inkomen. Naast het belasten van de winst passen zij finale bronheffingen toe op rente en royalty’s (alsook dividend) en stellen deze inkomensbestanddelen vrij op het niveau van de ontvanger. Deze benadering lijkt op een “comprehensive business income tax (CBIT)”, hier ondernemerswinstbelasting genoemd. Hetzelfde resultaat wordt bereikt onder een duale IB/vpb met finale voorheffingen tegen het vpb-tarief. CBIT elimineert de prikkel om met vreemd vermogen te financieren en de discriminatie ten gunste van vrijgestelde investerings- en pensioenfondsen. Meer kan echter worden gedaan om de ondernemingwinstbelasting in en tussen de lidstaten te coördineren.
De verdragsrechtelijke status van Curaçao
Curaçao heeft tot op heden slechts één volledig belastingverdrag gesloten ter voorkoming van dubbele belasting. Mevr. mr. G.D. Rekwest onderzoekt wat de mogelijke oorzaken zijn van het beperkte belastingverdragennetwerk van Curaçao. De conclusie is dat de oorzaak in een combinatie van factoren ligt.
Producten: WFR-signaleringen