Op donderdag 8 november verschijnt nummer 7261. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:
Prof. mr. F.P.G. Pötgens en mevr. E.M.L. Kool - Nederland en het Multilaterale Instrument: een stand van zaken
In deze bijdrage geven de auteurs een nadere stand van zaken van de positie van Nederland ten aanzien van het Multilaterale Instrument (MLI) mede naar aanleiding van de parlementaire behandeling. Zij stellen vast dat Nederland het MLI royaal en loyaal uitvoert; niet alleen qua aantal verdragen die onder het MLI worden gebracht maar ook wat betreft de niet-verplichte onderdelen. De auteurs gaan nader in op de MAP tie-breaker en de aanscherping van de vaste-inrichting-definitie met het oog op het tegengaan van commissionairsstructuren. Verder wordt aandacht besteed aan de minimum standards inzake de aanpassing van de preambule en de Principal Purpose Test en de daarmee verband houdende interpretatievragen.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Mr. P.L.F. Seegers en mr. P.J. van Brakel - De fiscale aspecten van zonneparken voor de eigenaar van de grond
De overheid wil de CO2- uitstoot verminderen en zet in op alternatieve – duurzame – energiebronnen. Op dit moment is zonne-energie erg “hot”.
Er zijn heel veel initiatieven om zonneparken op te starten en de eerste parken op landbouwgrond zijn inmiddels al gerealiseerd. De aanleg van een zonnepark op landbouwgrond heeft echter ook grote fiscale gevolgen.
In deze bijdrage worden de fiscale gevolgen voor de grondeigenaar besproken, ingeval de exploitatie door derden plaats vind. Exploitatie door derden is verreweg de meest voorkomende situatie. Er kunnen zich in principe twee hoofdvormen voordoen. Ten eerste kan de grond verkocht worden aan de exploitant. Ten tweede kan de grond aan derden ter beschikking gesteld worden tegen een jaarlijkse vergoeding. Mr. P.L.F. Seegers en mr. P.J. van Brakel gaan, ter beperking van de problematiek, ervan uit dat de eigenaar van de grond een agrarisch ondernemer is.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Mr. K. Dubbeld - NOB/LOF-scriptieprijs: De problematiek van een holdingvennootschap bij de bedrijfsopvolgingsfaciliteit
De masterscriptie van de auteur heeft tijdens het jaarlijkse congres van het Landelijk Overleg Fiscalisten (LOF) de NOB/LOF-scriptieprijs gewonnen. Uit het rechtsvergelijkende onderzoek van de auteur blijkt toepassing van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit voor schenk- en erfbelasting (BOF) op een indirect gehouden onderneming in bepaalde gevallen van een reële bedrijfsopvolging in Nederland niet of in mindere mate mogelijk te zijn. Veelal zijn bij een familiebedrijf de belangen verspreid over zoveel familieleden, dat er geen sprake is van een voor de toepassing van de BOF vereist direct of indirect aanmerkelijk belang (5% of meer). Ondanks dat vanuit de familie bezien sprake is van een reële bedrijfsopvolging, kan de BOF in dit geval toch niet toegepast worden.
Als oplossing hiervoor pleit de auteur in zijn masterscriptie onder meer voor invoering van het familieperspectief, zoals de Vlaamse Codex Fiscaliteit kent. Het familieperspectief houdt in dat de faciliteit toch wordt verleend, indien de familie gezamenlijk een belang heeft van meer dan 50%. Ook zou de mogelijkheid om belangen te clusteren zoals die in Duitsland bestaat, een welkome aanvulling zijn. Belangen kunnen worden geclusterd door een contractuele afspraak op grond waarvan de aandeelhouders naar buiten toe als een aandeelhouder zullen optreden. Door het clusteren van belangen zou alsnog voldaan kunnen worden aan het vereiste aandelenbezit voor de toepassing van de BOF. De invoering van onder andere deze twee aanbevelingen zou meer recht doen aan de ratio van de faciliteit dat alle reële bedrijfsopvolgingen gefacilieerd moeten worden.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Binnenkort in het Weekblad
Een kritische beschouwing van de oudedagsverplichting
De dga heeft de mogelijkheid zijn pensioen in eigen beheer om te zetten in een oudedagsverplichting (ODV). De Belastingdienst heeft enkele handreikingen gepubliceerd over de oudedagsverplichting en de vererving van de termijnen. Met de introductie van de ODV heeft de wetgever bewust gekozen voor een volledige nieuwe vorm van oudedagsvoorziening. Met het creëren van een nieuwe vorm van oudedagsvoorziening moest ook een complete set aan wettelijke regelgeving worden ingevoerd. In deze bijdrage onderzoeken drs. M.A.B. Bögemann en mr. dr. G.M.C.M. Staats vooral of de gepubliceerde handreikingen in lijn zijn met de wet en of alle fiscale en civielrechtelijke onduidelijkheden zijn weggenomen en zo nee, op welke wijze dit alsnog zou kunnen worden bewerkstelligd.
De op de zaak betrekking hebbende stukken
In dit artikel gaan mevr. mr. M.S.J. Pijnenburg-Braspenning en mevr. mr. M. van Es-Hinnen in op recente arresten van de Hoge Raad over de ‘op de zaak betrekking hebbende stukken’ en dan met name de gevolgen voor de uitvoeringspraktijk van de Belastingdienst. Verschillende aspecten zijn nog onduidelijk. De verwachting is dat het laatste woord hier nog niet over is gezegd.
Producten: WFR-signaleringen