Op donderdag 6 december verschijnt nummer 7265. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

Mevr. mr. M.S.J. Pijnenburg-Braspenning en mevr. mr. M. van Es-Hinnen - De op de zaak betrekking hebbende stukken

In dit artikel wordt ingegaan op recente arresten van de Hoge Raad over de “op de zaak betrekking hebbende stukken” en dan met name de gevolgen voor de uitvoeringspraktijk van de Belastingdienst. Verschillende aspecten zijn nog onduidelijk. De verwachting is dat het laatste woord hier nog niet over is gezegd.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Prof. dr. H.W.M van Kesteren en dr. H.J.A. van Erp - De aandeelhoudersrelatie in en uit: het wassende water

In Polfarmex (C-421/17) concludeert het Hof van Justitie van de Europese Unie tot btw-belastbaarheid bij de intrekking van aandelen waarbij in natura wordt uitgekeerd. Het Hof komt tot dit oordeel ondanks dat elementen als “wilsovereenstemming”, “wederkerigheid” en “de bedoeling van partijen” niet overduidelijk op een uitwisseling van prestaties wijzen. De auteurs bespreken dit arrest en gaan met name in op de btw-gevolgen van het aangaan of verbreken van de aandeelhoudersrelatie en met name op de mogelijke gevolgen van deze zaak voor de belastbaarheid van inbreng, uitgifte en dividenduitkeringen in natura. De aandeelhoudersrelatie als eiland van onbelastbaarheid dreigt langzaamaan te worden overspoeld.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Dr. mr. B.L. Gorissen - Guldensteekproef: doelmatig of misleidend?

De Belastingdienst gebruikt de guldensteekproefmethode om een administratie te controleren en, indien nodig, om de hoogte van een naheffingsaanslag vast te stellen. Hoewel deze handelswijze efficiënt is, worden zorgvuldig opgestelde administraties eenvoudig verworpen en is de naheffingsaanslag op basis van de steekproef significant te hoog.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. I. Benali - Verslag van de tiende NOB-rondetafelbijeenkomst

Verslag van de tiende NOB-rondetafelbijeenkomst met als centraal thema “Formeelrechtelijke thema’s in het EU-Belastingrecht”, gehouden op 12 en 13 april 2018 in Slot Zeist.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Binnenkort in het Weekblad

Btw faciliteit geruisloze ondernemingsoverdracht: middel of kwaal?

Uit twee recent gewezen Hoge Raad arresten blijkt opnieuw dat toepassing artikel 37d Wet OB 1968 allesbehalve eenvoudig is. De in genoemde bepaling opgenomen ‘niet-leveringsfictie’ is niet vrijblijvend; (niet) toepassing ervan brengt zelfs risico’s met zich mee voor bij een ondernemingsoverdracht betrokken partijen. De btw is een aangiftebelasting waarin belastingplichtigen zelf hun positie moeten (zien te) bepalen. De vraag rijst of de regeling van artikel 37d Wet OB 1968, die juist is bedoeld om ondernemingsoverdrachten te vereenvoudigen, als faciliteit wel tot zijn recht komt. Btw is meestal aftrekbaar. Zou het rechtsverkeer dan niet beter af zijn zónder die faciliteit? Mr. P.F. Zijlstra gaat nader in op de achtergronden van artikel 37d Wet OB 1968 en onderzoekt of afschaffing van de faciliteit mogelijk en/of wenselijk is. Daarnaast gaat hij in op alternatieven voor de huidige regeling, waaronder herintroductie van de optionele faciliteit zoals wij die in Nederland tot 1979 kenden.

Consumptiebelastingen: keuzes in kaart

Prof. dr. S. Cnossen analyseert zes verschillende manieren waarop consumptie kan worden belast. De btw is het populairst, behalve in de Verenigde Staten waar een kleinhandelsbelasting in zwang is. De btw wordt geheven door de (belasting op) inkopen af te trekken van de (belasting op) verkopen. De uitkomst is gelijk aan de som van lonen en ondernemingscash-flow (optelmethode). Op haar beurt is de ondernemingscash-flowcomponent van een btw identiek aan de grondslag van een winstbelasting waaronder investeringen ineens worden afgeschreven en rente niet aftrekbaar is. De btw en een cash-flow winstbelasting betrekken de normale vergoeding op vermogen (het drempelrendement) niet in de heffing en belemmeren besparingen en investeringen zodoende minder dan een conventionele winstbelasting.

Producten: WFR-signaleringen

7