Op donderdag 10 januari verschijnt nummer 7269. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

Mr. A.A. Feenstra en mr. A.J.C. Perdaems - De jacht op buitenlands vermogen, anno 2018

Eind november 2017 verscheen ons boek ‘De jacht op buitenlands vermogen’, waarin wij een aantal thema’s op dit terrein hebben besproken. De ontwikkelingen hebben in 2018 niet stilgestaan. In het eerste deel van dit artikel bespreken we enkele recente ontwikkelingen in wetgeving, beleid en rechtspraak. De Belastingdienst richt zich steeds meer op de aanpak van structuren waarbij vaker het standpunt wordt ingenomen dat een vennootschap in Nederland is gevestigd. In het tweede deel analyseren wij dan ook het juridisch kader dat geldt bij het vaststellen van de vestigingsplaats en geven wij handvatten die bij deze discussies kunnen worden gebruikt.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. P.F. Zijlstra - Btw-faciliteit geruisloze ondernemingsoverdracht: middel of kwaal?

Uit twee recent gewezen Hoge Raad-arresten blijkt opnieuw dat toepassing van art. 37d Wet OB 1968 allesbehalve eenvoudig is. De in genoemde bepaling opgenomen “niet-leveringsfictie” is niet vrijblijvend; (niet-)toepassing ervan brengt zelfs risico’s met zich mee voor bij een ondernemingsoverdracht betrokken partijen. De btw is een aangiftebelasting waarin belastingplichtigen zelf hun positie moeten (zien te) bepalen. De vraag rijst of de regeling van art. 37d Wet OB 1968, die juist is bedoeld om ondernemingsoverdrachten te vereenvoudigen, als faciliteit wel tot zijn recht komt. Btw is meestal aftrekbaar. Zou het rechtsverkeer dan niet beter af zijn zónder die faciliteit? De auteur gaat nader in op de achtergronden van art. 37d Wet OB 1968 en onderzoekt of afschaffing van de faciliteit mogelijk en/of wenselijk is. Daarnaast gaat hij in op alternatieven voor de huidige regeling, waaronder herintroductie van de optionele faciliteit zoals wij die in Nederland tot 1979 kenden.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

M.C.A. Bijleveld - De CCCTB – een Europees voorstel met vergaande gevolgen voor Nederland

Afgelopen voorjaar vond er een debat plaats tussen vooraanstaande leden van de Europese fiscale gemeenschap en Pierre Moscovici, de Europese commissaris verantwoordelijk voor economische en financiële zaken, belastingen en douane-unie. Tijdens dit debat introduceerde Moscovici een belangrijke doelstelling: alle Europese landen zouden voor het einde van zijn termijn de nieuwe wetgeving omtrent de CCCTB geaccepteerd hebben.2 De commissie
Juncker zit inmiddels in haar laatste jaar dus zal er binnen een kort tijdsbestek een enorme fiscale beslissing genomen moeten worden om deze voorspelling van Moscovici te doen laten uitkomen. Toch vindt er opmerkelijk weinig dialoog plaats over dit onderwerp, zeker gezien het feit dat in 2011 de Europese landen een voorstel omtrent deze vergaande harmoniserende belastingmaatregel al een keer hebben afgewezen. Dit artikel zal ingaan op de ontwikkeling van de CCCTB sinds 2011, het verschil tussen de beginselen winstgeneratie en waardecreatie en het effect van de CCCTB op de heffingsgrondslagverdeling binnen Europa aan de hand van een voorbeeld.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Binnenkort in het Weekblad

Implementatie van de Controlled Foreign Company-regels in Nederland

Op grond van de Anti Tax Avoidance Directive moeten lidstaten Controlled Foreign Company-regels implementeren. In deze bijdrage gaat mevr. mr. I.M. de Groot in op de implementatie van deze regels in Nederland.

De gevolgen van de nieuwe MAP-tiebreaker voor grensoverschrijdende omzettingen

De MAP-tiebreaker die is opgenomen in het OESO Modelverdrag (2017) en het MLI vervangt de werkelijkeleiding-tiebreaker. Op grond van de MAP-tiebreaker wordt de woonplaats van een lichaam in een onderling overlegprocedure vastgesteld door verdrags­staten. Vennootschappen die van een grensoverschrijdende omzetting gebruikmaken kunnen onder deze tiebreaker vallen. In deze bijdrage heeft C. Presilli uiteengezet dat de MAP-tiebreaker voor deze vennootschappen kan leiden tot rechtsonzekerheid en dubbele heffing.

Producten: WFR-signaleringen

1