Op donderdag 9 april verschijnt nummer 7329. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:
Prof. mr. F.P.G. Pötgens - De Wet fiscale arbitrage: een eerste stap naar een efficiëntere en betere internationale geschilbeslechting
In deze bijdrage gaat de auteur in op de Wet fiscale arbitrage. Er wordt gecategoriseerd in welke relaties met andere EU-lidstaten een keuze voor een bepaald geschilbeslechtingsmechanisme dient te worden gemaakt. Hierbij wordt ingegaan op de materiële (de betekenis en reikwijdte van geschilpunt) en op de formele overwegingen voor een dergelijke keuze. De bijdrage besteedt verder aandacht aan de relatie van de Wet fiscale arbitrage met het EU-recht (het Achmea-arrest) en het Handvest van de grondrechten van de EU. Met name wat betreft rechtsbescherming en betrokkenheid van de belanghebbende in de procedure, wordt een aantal kwetsbaarheiden van de Wet fiscale arbitrage gesignaleerd.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Mr. L.A. Bource-Snikkenburg - Rapport commissie Borstlap – Een goed begin maar we zijn er nog lang niet
Het advies van de commissie Borstlap ‘in wat voor land willen we werken’ geeft oplossingsrichtingen voor inrichting van een toekomstbestendige arbeidsmarkt. Zo denkt de commissie bijvoorbeeld aan het flexibeler maken van werkgever en werknemer en het beperken van de wijzen waarop samengewerkt wordt. Om de arbeidsmarkt van de toekomst ook uitvoerbaar te maken is echter ook een praktische benadering nodig. In dit artikel doet de auteur een aantal suggesties hiervoor.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
E.G. Bakker LLM en T.J. Potma LLM - E-commerce, VAT and Customs: Challenges and Opportunities Ahead
Verslag van het seminar van EFS, Erasmus University Rotterdam, gehouden op donderdag 13 februari 2020 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Binnenkort in het Weekblad
De crisismaatregelen: leuker kunnen we het niet maken, makkelijker wel
In deze bijdrage bespreekt mr. L. van der Voort de in het kader van het coronavirus ingevoerde crisismaatregelen. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de regeling voor bijzonder uitstel van betaling ten aanzien waarvan enkele handreikingen worden gedaan om de regeling beter toepasbaar te maken.
Corona en pensioen: fiscale en juridische consequenties van betalingsonmacht
De Corona-crisis leidt er toe dat werkgevers op grote schaal arbeidsduurverkorting aanvragen voor hun werknemers. Dit heeft consequenties voor de pensioenopbouw. De pensioenopbouw kan op zich voortgezet worden op basis van de situatie voor de arbeidsduurverkorting.
Alleen dat lost mogelijke problemen die werkgevers gaan ondervinden bij het betalen van de pensioenpremies niet op. Pensioenuitvoerders willen coulant zijn, maar dienen ook hun eigen continuïteit en solvabiliteit in de gaten te houden.
De Pensioenwet gaat op drie plaatsen in op het in bijzondere omstandigheden aanpassen van de pensioenpremie en/of de pensioenovereenkomst. Het betalingsvoorbehoud van artikel 12, de eenzijdige wijziging op basis van artikel 19 in verband met zwaarwegende omstandigheden en de mogelijkheid van artikel 29 voor de pensioenverzekeraar om onder voorwaarden de pensioenverzekering premievrij maken in geval van betalingsachterstand. In deze gevallen zijn er echter wél (grote) consequenties voor de pensioenopbouw.
Fiscaal is het ook mogelijk om de gemiste opbouw in de crisisperiode naderhand in te halen. Maar ook daar moet dan voldoende geld voor zijn. Prof. mr. H.M. Kappelle inventariseert in dit artikel hoe de Wet LB 1964 en de Pensioenwet zich op dit punt tot elkaar verhouden. Conclusie: fiscale barrières zijn er niet of nauwelijks. Juridische en financiële des te meer!
Producten: WFR-signaleringen