Op donderdag 16 april verschijnt nummer 7330. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

De redactie- Voorwoord
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Prof. dr. A.M. Lejour - Fiscale steunmaatregelen tijdens de coronarecessie

De fiscale maatregelen in het noodpakket van het kabinet voor banen en economie dragen bij aan een minder verslechterde liquiditeitspositie van ondernemingen. Het zijn vooral de economische maatregelen die een grote inkomensachteruitgang van ondernemers en toenemende werkloosheid moet voorkomen. Grosso modo lijken de maatregelen adequaat voor de komende maanden.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. L. van der Voort - De crisismaatregelen: leuker kunnen we het niet maken, makkelijker wel

In deze bijdrage bespreekt de auteur de in het kader van het coronavirus ingevoerde crisismaatregelen. Bijzondere aandacht wordt besteed aan de regeling voor bijzonder uitstel van betaling ten aanzien waarvan enkele handreikingen worden gedaan om de regeling beter toepasbaar te maken.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Prof. mr. H.M. Kappelle - Corona en pensioen; fiscale en juridische consequenties van betalingsonmacht

De coronacrisis leidt ertoe dat werkgevers op grote schaal arbeidsduurverkorting aanvragen voor hun werknemers. Dit heeft consequenties voor de pensioenopbouw. De pensioenopbouw kan op zich voortgezet worden op basis van de situatie voor de arbeidsduurverkorting. Alleen dat lost mogelijke problemen die werkgevers gaan ondervinden bij het betalen van de pensioenpremies niet op. Pensioenuitvoerders willen coulant zijn, maar dienen ook hun eigen continuïteit en solvabiliteit in de gaten te houden. De Pensioenwet gaat op drie plaatsen in op het in bijzondere omstandigheden aanpassen van de pensioenpremie en/of de pensioenovereenkomst. Het betalingsvoorbehoud van art. 12, de eenzijdige wijziging op basis van art. 19 in verband met zwaarwegende omstandigheden en de mogelijkheid van art. 29 voor de pensioenverzekeraar om onder voorwaarden de pensioenverzekering premievrij te maken in geval van betalingsachterstand. In deze gevallen zijn er echter wél (grote) consequenties voor de pensioenopbouw. Fiscaal is het ook mogelijk om de gemiste opbouw in de crisisperiode naderhand in te halen. Maar ook daar moet dan voldoende geld voor zijn. De auteur inventariseert in dit artikel hoe de Wet LB 1964 en de Pensioenwet zich op dit punt tot elkaar verhouden. Conclusie: Fiscale barriéres zijn er niet of nauwelijks. Juridische en financiële des te meer!
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Binnenkort in het Weekblad

Het HvJ EU arrest Deka

In ‘Het HvJ EU arrest Deka. Niet alles is hoe het lijkt’ gaat prof. dr. H. Vermeulen in op deze Nederlandse zaak over de teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting. In dit baanbrekende arrest lijkt het Hof van Justitie EU de bakens over discriminatie verder te verzetten. Na de nationale bepalingen die een directe discriminatie opleverden en die bepalingen die een indirecte discriminatie tot gevolg hadden, zijn wij thans aanbeland bij de verboden zonderonderscheidmaatregel. Deka gaat over de verhouding van het FBI-regime, in het bijzonder de aandeelhouderseisen en de uitdelingsverplichting, tot het Europese belastingrecht. Op het eerste gezicht lijken genoemde voorwaarden neutraal. Zij leveren geen directe of indirecte discriminatie op. Niettemin volgt uit het arrest dat er Europeesrechtelijke bedenkingen kunnen zijn, omdat het Hof het terrein van de verboden zonderonderscheidmaatregel betreedt. Dat komt er in feite op neer dat naar het effect van de regeling moet worden gekeken. Het is nu aan de Hoge Raad om te bezien of de Nederlandse regeling voor teruggaaf van dividendbelasting de facto belemmerend werkt. Zijn het juist de niet-ingezeten marktdeelnemers die niet voor een teruggaaf van dividendbelasting in aanmerking komen? Dan zit de regeling ondanks de neutrale bewoordingen toch in de gevarenzone, omdat in dat geval de buitenlandse voorwaarden moeten worden erkend. In zekere zin is er dan sprake van een vorm van wederzijdse erkenning. Dat is baanbrekend.

Een nieuwe indicator voor de omvang van administratieve lasten voor ondernemers?

Dr. mr. P.A. Pronk gaat in op een recent onderzoeksrapport van de Europese Commissie over de administratieve lasten op fiscaal terrein voor het MKB in 20 landen, waaronder Nederland. De uitkomsten en gebruikte methode om de administratieve lasten te meten worden besproken en in Nederlands perspectief geplaatst.

Producten: WFR-signaleringen

1