Op donderdag 18 juni verschijnt nummer 7339. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

Mr. drs. S.D. Brunner - Rapport commissie Ter Haar: bouwsteen voor de toekomst?

Het rapport van de Commissie Ter Haar heeft veel extra inzicht gegeven in de belastingafdracht van bedrijven in Nederland en ook over hoe Nederlandse regels zich verhouden met het buitenland. De commissie doet een aantal aanbevelingen om te komen tot een eerlijker belastingstelsel. In dit artikel worden een aantal observaties gedeeld over het rapport van de commissie en wordt deze ook in een breder kader gezet. Inmiddels zijn er ook rapporten van het CPB en het Ministerie van Financiën verschenen met daarin een groot aantal fiscale maatregelen die kunnen worden overwogen. Genoeg materiaal dus voor de politiek om de komende maanden beslissingen over te maken.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Prof. dr. J. Vleggeert - Polderen in de mist: een kleine stap naar meer balans in de heffing van vennootschapsbelasting van multinationals

In deze bijdrage bespreekt de auteur het rapport van de adviescommissie belastingheffing van multinationals. Hij stelt voor om te onderzoeken of art. 67 lid 1 AWR zo kan worden aangepast dat de geheimhoudingsplicht niet langer geldt voor multinationals die een country-by-country reporting verplichting hebben. Verder pleit hij voor een concrete invulling van het voorstel om de aftrek van hoofdkantoorkosten te beperken, het schrappen van de tarieftoets in de aangescherpte aanvullende CFC-regeling en het dichten van het heffingslek dat het gevolg is van informeel kapitaalstructuren zonder overgangsrecht.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. M.F. Kossen - Moet de anonieme getuige toegang krijgen tot de ­geheimhoudingskamer in de zin van art. 8:29 Awb?

In haar bijdrage van 6 juni 2019 in dit Weekblad (WFR 2019/118), is de auteur ingegaan op de vraag of er regels moeten worden gesteld met betrekking tot het horen van anonieme getuigen in het fiscale procesrecht. In deze bijdrage zal zij er gemakshalve vanuit gaan dat deze vraag bevestigend dient te worden beantwoord. De volgende vraag die zich dan opwerpt is: hoe moet een procedure met betrekking tot het horen van anonieme getuigen in het fiscale procesrecht worden vormgegeven? De auteur zal in deze bijdrage onderzoeken of voor deze procedure aansluiting moet worden gezocht bij de geheimhoudingsprocedure ex art. 8:29 Awb.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Drs. A.T.H. van der Linden - Vaccin voor het kinderopvangtoeslagstelsel in de maak?

In deze bijdrage onderzoekt de auteur het materiële kinderopvangtoeslagrecht. Aanleiding daarvoor is de op 30 april jl. verschenen aanbiedingsbrief ‘Kabinetsinzet toeslagen’. In die brief omarmt het kabinet een vorm van ­publiek gefinancierde kinderopvang als ‘kansrijk alternatief’ voor de huidige kinderopvangtoeslag. Dit omarmde ­beleidsalternatief komt uit de koker van het IBO Toeslagen, waarbij de richting in belangrijke mate voortkomt uit de generieke opzet van het stelsel. Tegelijkertijd houdt het kabinet varianten in de inhoud en vorm van beleids­varianten, zijnde de materiële invulling, open. Het huidige materiële kinderopvangtoeslagrecht kan daardoor nog belangrijke inzichten opleveren voor de toekomstige materiële invulling van dergelijke beleidsalternatieven.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Binnenkort in het Weekblad

De onzakelijke lening in het licht van de coronacrisis

Wat zijn de fiscale gevolgen van een financiering vóór, tijdens en na de coronacrisis? Kan een verlies worden genomen op een reeds verstrekte lening die in 2020 wordt afgewaardeerd, omdat blijkt dat een noodlijdende debiteur niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen? Kan er nu nog een zakelijke lening worden verstrekt aan een leverancier die op dit moment liquiditeitsbehoefte heeft? De coronacrisis zal de nodige fiscale vragen oproepen wat betreft de gevolgen van financiering en meer specifiek bijvoorbeeld over het leerstuk van de onzakelijke lening en borgstellingen. Inmiddels is er relatief veel jurisprudentie over de kwalificatie van geldverstrekkingen, de onzakelijke lening en borgstelling problematiek. In deze bijdrage geven Mr. R.R. Boltjes en Dr. F.J. Elsweier een analyse van een aantal relevante factoren en overwegingen ­omtrent het leerstuk van de onzakelijke lening en borgstelling in het licht van de ­coronacrisis.

Beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen nader beschouwd

De btw-vrijstelling voor beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen blijft de gemoederen bezighouden. Waar de laatste jaren een groot deel van de discussie ging over de reikwijdte van het begrip ‘gemeenschappelijk beleggingsfonds’, lijkt de discussie zich nu mede uit de breiden naar het begrip ‘beheer’. Dat is niet verrassend, de kaders die het HvJ heeft gegeven voor de invulling van dit begrip roepen vragen op. In deze bijdrage gaat mr. D.A. Koeprijanov in op deze kaders en de vragen die zij oproepen aan de hand van een analyse van de relevantie jurisprudentie van het Hof van Justitie.

Producten: WFR-signaleringen

1