Op donderdag 5 november verschijnt nummer 7356. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

Mr. T. El Ouardi - ‘De thuiswerkvergoeding; eerst maar eens een degelijke klaagstoel!’
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Prof. mr. dr. M.M.W.D. Merkx en drs. J.G.M. van Twisk - Wat vindt Europa van de Nederlandse fiscale steekproeven?

De statistische steekproef neemt al geruime tijd een belangrijke plaats in binnen de controleaanpak van de Nederlandse Belastingdienst. Voor de Belastingdienst is deze aanpak namelijk efficiënt. Toch is er ook veel kritiek op deze aanpak, waarbij met name aandacht bestaat voor de positie van de belastingplichtige. In deze bijdrage bekijken de auteurs de statistische steekproef kritisch vanuit EU-context aan de hand van de zaak Fontana.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Prof. dr. mr. R.N.J. Kamerling RA en mr. dr. A.K.H. Klein Sprokkelhorst - Renseignering in het ‘big data’ tijdperk

In dit artikel belichten de auteurs de mogelijkheden die de Belastingdienst heeft voor het verrichten van derdenonderzoeken op grond van art. 53 lid 1 t/m 3 AWR. Zij brengen de totstandkoming van het huidige wettelijke kader voor derdenonderzoeken in beeld, en bespreken de belangrijkste jurisprudentie die in de loop der jaren hierover is gewezen. De auteurs wijzen op de invloed van technologische ontwikkelingen op de mogelijkheden die de Belastingdienst heeft voor het opvragen en verwerken van gegevens, en de risico’s die kleven aan big data-toepassingen. In verband met de invoering van de AVG benadrukken de auteurs de noodzaak van een voldoende precieze wettelijke grondslag voor derdenonderzoeken, hetgeen een nauwkeuriger juridische afbakening van de huidige kaders van art. 53 AWR impliceert. Ook pleiten de auteurs voor een betere rechtsbescherming vooraf en meer transparantie ten aanzien van de wijze waarop de Belastingdienst data verwerkt, in lijn met de doelstellingen van de AVG.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

B.W.J. Konings en D. Morren - Hard-to-value-intangibles: how hard can it be?

De overdracht van moeilijk te waarderen immateriële activa (ook wel hard-to-value-intangibles, hierna: HTVI) binnen concern staat sinds de publicatie van de MDR-Richtlijn van de Belastingdienst weer even in de schijnwerpers. De vraag hier is of een overdracht van de immateriële activa binnen concern binnen de definitie valt van ‘Hallmark E(2). Ook wanneer er geen overdracht is maar er bijvoorbeeld alleen intercompany licenties worden verstrekt voor het gebruik van dit actief valt dit ook binnen Hallmark (E)2. In de praktijk is de consequentie van het kwalificeren als HTVI voor belastingplichtigen minstens zo belangrijk als de meldingsplicht an sich. Moet elke belastingplichtige bij overdracht van HTVI (of überhaupt van immateriële activa) binnen concern serieus rekening houden met correcties achteraf door de fiscus? Dit lijkt op de basis van de tekst in het Transfer Pricing Besluit wel het geval te zijn. Dit is echter wel erg vergaand gezien het oorspronkelijke doel van de regeling die zag op het voorkomen van informatieasymmetrie. Belangrijkste uitgangspunt blijft dat bij zowel belastingplichtige als Belastingdienst dezelfde informatie beschikbaar is ten tijde van de overdacht. In zo’n geval kan volgens de Transfer Pricing Guidelines geen correctie worden opgelegd door de Belastingdienst. Maar hoe zorg je daar nu voor? Het artikel biedt inzichten in de praktische ervaringen van B.W.J. Konings en D. Morren met deze regeling en biedt een alternatief aan wat zowel voor de praktijk als voor de fiscus zou kunnen werken.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. L.J.A. Pieterse - W.J. de Langen (1892-1959), een vrijmoedige zoeker

Een vrijmoedige zoeker. Dat was W.J. de Langen (1892-1959), iemand die zijn eigenlijke bestemming vond toen hij in 1950 hoogleraar belastingrecht werd te Amsterdam. L.J.A. Pieterse schetst leven en werk van De Langen en verschaft de lezer een indruk van zijn bijdrage aan de ontwikkeling van de belastingwetenschap.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Binnenkort in het Weekblad

Een theoretisch perspectief op de uitvoerbaarheid van het belastingrecht

De uitvoerbaarheid van fiscale wet- en regelgeving is een actueel thema in menig politiek debat. Maar wat wordt verstaan onder de term uitvoerbaarheid? In dit tweeluik beantwoordt prof. dr. ir. R. Arendsen die vraag vanuit een theoretisch en een praktisch perspectief. Deze analyse laat zien dat in de uitwerking de nadruk sterk ligt op efficiency en beheersingsaspecten en dat meer aandacht nodig is voor de kwaliteit van resultaten. In deze eerste bijdrage staat het theoretische perspectief centraal en wordt uitvoerbaarheid afgebakend en gedefinieerd.

Een faciliterend online goederenplatform is nog geen commissionair

Tot op heden is onderbelicht gebleven dat er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat een online goederenplatform niet als een commissionair moet worden behandeld voor de btw, in dit artikel besproken door prof. Dr. A.J. van Doesum. Dat betekent dat de rechtsrelatie tussen (veelal) de achterliggende leverancier en het platform niet bij fictie wordt omgedraaid, zoals dat wel gebeurt bij een zuivere commissionair. Het platform dat een vergoeding ontvangt voor zijn tussenkomst, verricht in die visie een dienst onder bezwarende titel, ook al is die niet altijd goed zichtbaar. Bij het inrichten van de boekhoudsystemen zal het goederenplatform hier evenwel rekening mee moeten houden.

Producten: WFR-signaleringen

8