Op donderdag 10 december verschijnt nummer 7361. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:
Prof.mr. G.J.M.E. de Bont - Het procesdossier
De jurisprudentie van de Hoge Raad omtrent alle op de zaak betrekking hebbende stukken is belangrijk omdat daarmee is gewaarborgd dat de belanghebbende daarvan kan kennisnemen. Bij het automatisme dat al deze stukken ook in het procesdossier terecht komen, kunnen nadrukkelijk vragen worden gesteld. In deze bijdrage onderzoekt de auteur op welke wijze het procesdossier dient te worden gevuld teneinde de rechten van de belanghebbende te waarborgen in combinatie met een proceseconomische afwikkeling van de procedure.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Mr. H.R. Zuidhof en prof. dr. H. Vermeulen - Onder welke omstandigheden dienen nationale voordelen als Unierechtelijke voordelen aangemerkt te worden?
Als gevolg van de Deense beneficial ownership-zaken dienen lidstaten de toekenning van Unierechtelijke voordelen te weigeren indien die voordelen worden ingeroepen in situaties die op grond van het Unierecht kwalificeren als fraude of misbruik. In deze bijdrage schetsen de auteurs aan de hand van de geldende jurisprudentie een theoretisch kader op grond waarvan naar hun mening beoordeeld dient te worden onder welke omstandigheden nationale voordelen als Unierechtelijke voordelen aangemerkt dienen te worden. Het geschetste theoretische kader wordt vervolgens toegepast op onderdelen van de Nederlandse deelnemingsvrijstelling, waarbij de auteurs concluderen dat de huidige vormgeving van de Nederlandse deelnemingsvrijstelling mogelijk onvoldoende waarborgen bevat om situaties van fraude of misbruik te bestrijden.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Prof. dr. R.A. Wolf, drs. F.L Idsinga, mr. M.C. Schrauwen, mr. O.J.L.E. Smeets en mr. dr. M. Schinnerl - Brexit en btw; All Quiet on the Western Front?
Het Verenigd Koninkrijk (VK) heeft op 31 januari 2020 de EU op klokslag middernacht verlaten. De rest van dit jaar geldt een overgangsperiode; het VK wordt op de meeste gebieden nog als EU-lidstaat aangemerkt. Ook voor de btw, zo is de bedoeling. Voor vrijgestelde financiële diensten aan afnemers in het VK geldt dan nog geen recht op aftrek; het VK is immers (nog) geen derde land. De Nederlandse wetgever heeft echter verzuimd de beoogde aftrekbeperking in de overgangsperiode van een wettelijke basis te voorzien. Voor dit specifieke recht op aftrek geldt het VK dan als derde land en niet als (fictieve) EU-lidstaat.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Drs. T.J. Vinken - Steekproef en data-analyse
Kan het toezicht van de Belastingdienst in de toekomst worden verbeterd door de voorkeursmethode steekproef te vervangen door data-analyse? Dit artikel bespreekt de voor- en nadelen van beide en onderzoekt de mogelijkheden nu en in de toekomst.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Binnenkort in het Weekblad
Wat betekent de Europeesrechtelijke vergelijkingsmaatstaf ‘de facto’?
De feitelijke belastingdruk voor binnenlandse aandeelhouders is lager dan die van buitenlandse aandeelhouders. Niet alle buiten Nederland woonachtige belastingplichtigen in box 3 hebben recht op het belastingdeel van de algemene heffingskorting en niet iedere aandeelhouder heeft recht op verliesverrekening. Hierdoor is door de nieuwe striktheid van het HvJ EU mogelijk sprake van een niet-gerechtvaardigde (de facto) belemmering van het vrije verkeer van kapitaal. Mr. E. Thomas en mr. R.F.J. Colen bieden in dit artikel een bredere analyse over de strijdigheid van de Wet DB 1965 met de verdragsvrijheden aan de hand van recente gewezen arresten door het HvJ EU als primaire rechtsbron, waarbij voor ons de Nederlandse rechters secundaire en de Nederlandse literatuur tertiaire rechtsbronnen vormen.
Handelen als overheid en het collectief belang: open deur voor btw-compensatie?
Gemeenten kunnen voor de btw handelen als ondernemer, maar ook als overheid. Btw op inkopen in het kader van overheidshandelen is in principe compensabel uit het Btw-compensatiefonds. In het arrest gemeente Krimpen aan de IJssel oordeelt de Hoge Raad, in lijn met het Hof van Justitie, dat handelen als overheid de inzet van overheidsprerogatieven vereist. Deze scherpe toets heeft gevolgen voor de Nederlandse praktijk. Een gemeente die handelt als overheid heeft in beginsel recht op btw-compensatie. In het arrest gemeente Barendrecht verschaft de Hoge Raad praktische handvatten aan de praktijk door een nieuwe uitsluitingstoets te formuleren. Die toets zet de deur open voor btw-compensatie. In deze bijdrage gaan mr. N.P. Arzini en J.L. van Verseveld LL.M in op deze arresten en de daaruit voortvloeiende rechtsregels.
Producten: WFR-signaleringen