Op donderdag 24 december verschijnt nummer 7363. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

Prof. dr. ir. R. Arendsen - Een theoretisch perspectief op de uitvoerbaarheid van het belastingrecht

De uitvoerbaarheid van fiscale wet- en regelgeving is een actueel thema in het politieke debat. Maar wat wordt verstaan onder de term uitvoerbaarheid? Dit tweeluik beantwoordt die vraag vanuit een theoretisch en een praktisch perspectief. Deze analyse laat zien dat in de uitwerking de nadruk sterk ligt op efficiency en beheersingsaspecten en dat meer aandacht nodig is voor de kwaliteit van resultaten. In deze eerste bijdrage staat het theoretische perspectief centraal en wordt uitvoerbaarheid afgebakend en gedefinieerd.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. R. van der Hulle - Box 3 en het verdragsrechtelijke eigendomsrecht: probeert het kabinet aan een verdragsschending te ontkomen?

Op 14 juni 2019 heeft de Hoge Raad onder een specifieke voorwaarde het forfaitaire stelsel van de vermogensrendementsheffing in strijd bevonden met het eigendomsrecht van art. 1 Eerste Protocol EVRM. Dit oordeel van de Hoge Raad heeft tot de nodige commotie geleid en over dit oordeel is inmiddels al het nodige geschreven. Er valt echter nog meer over het oordeel van de Hoge Raad te bespreken. Ook heeft het kabinet zich recentelijk op het standpunt gesteld dat van een verdragsschending geen sprake is, maar op zijn minst kan worden betwijfeld of dit standpunt houdbaar is. In deze bijdrage wordt een en ander nader besproken.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

J.C. van der Have BSc en L.C. van Hulten MSc - De samenwerkende groep in de context van hybride mismatches

In deze bijdrage staat de invulling van het begrip samenwerkende groep in de context van de hybridemismatchwetgeving centraal. Tevens is de invloed van de samenwerkende groep op het toepassingsbereik van de hybridemismatchwetgeving uitgewerkt.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Binnenkort in het Weekblad

Vlucht MH17 en het fiscale loonbegrip

Het Hof oordeelde en de Advocaat-Generaal concludeerde dat de erfgenamen van een slachtoffer van de MH17-ramp inkomstenbelasting moeten betalen over de overlijdensuitkering uit een door de werkgever van het slachtoffer gesloten internationale reis- en ongevallenverzekering. Zij hebben loon uit de dienstbetrekking van een ander genoten. De auteur concludeert dat het Hof en de Advocaat-Generaal op basis van wet en wetsgeschiedenis tot hun oordeel en conclusie konden komen. Hij verdedigt echter dat als de werkgever of derden aansprakelijk zijn voor de ongevalsschade, een schadevergoeding het fiscale loonbegrip overstijgt. Maatschappelijke opvattingen omtrent wat als beloningsvoordeel wordt ervaren, leiden ook tot de uitkomst van onbelastbaarheid. De erfgenamen zijn erfbelasting verschuldigd en geen inkomstenbelasting. T. van Schendel roept de wetgever op om de huidige wettelijke omkeerregel van ongevalsuitkeringen – aanspraak vrijgesteld, uitkering belast – te heroverwegen.

De PPT: van theorie naar duidelijkheid?

In deze bijdrage gaan J.R. Goudsmit LLM en L.C. van Hulten MSc in op de (potentiële) reikwijdte van de Principal Purpose Test, waarbij aandacht is voor zowel de theoretische als de praktische kant. De auteurs doen een aantal suggesties om onduidelijkheden ten aanzien van de praktische invulling van de PPT (deels) weg te nemen.

Producten: WFR-signaleringen

8