Op donderdag 11 maart verschijnt nummer 7373. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

Prof. dr. S. Cnossen - Ongekend gebrek aan gezond verstand
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

T.A. Wiertsema en D.M.J. Kamps - De OESO, de Staatssecretaris en groepsgaranties; un ménage à trois malheureux

De auteurs onderzoeken de fiscale gevolgen van groepsgaranties op basis van het verrekenprijzenbesluit en de OESO Transfer Pricing Guidelines en de toepassing van ATAD II op een uit deze twee visies voortvloeiende ‘mismatch’.
Tevens bespreken zij de toepassing van de rangorderegeling van ATAD II. De auteurs sluiten af met een verzoek aan de Staatssecretaris van Financiën om in de update van het Verrekenprijzenbesluit aan te sluiten bij de visie van de OESO over groepsgaranties en de toepassing van de rangorderegeling te verduidelijken.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Prof. mr. dr. M.M.W.D. Merkx en mr. H.G.J. Teeuwsen - De realiteit van de economische realiteit – Nederlandse dimensie

Het begrip economische realiteit wordt reeds vele jaren toegepast in btw-zaken. In een vorige bijdrage hebben de auteurs de toepassing in de Europese jurisprudentie beschreven. In dit artikel onderzoeken de auteurs de toepassing van de economische realiteit in de Nederlandse jurisprudentie. Daarbij wordt een overzicht van de verschenen jurisprudentie gegeven en wordt een aantal zaken inhoudelijk geanalyseerd.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

N. van der Baaren MSc en mr. S. Spauwen - Een aantal aspecten van artikel 16 OESO-modelverdrag nader bekeken

In de afgelopen periode verscheen een tweetal interessante publicaties ten aanzien van bestuurders in internationaal verband; de actualisering van de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid en een uitspraak van het Hof ’s-Hertogenbosch. Naar aanleiding van beide publicaties wordt in deze bijdrage het heffingssubject, heffingsobject en hoedanigheidsbeginsel van het bestuurdersartikel van het OESO-modelverdrag kritisch onder de loep genomen. Daarnaast wordt specifiek ingegaan op de aangekondigde wijziging van beleid ten aanzien van de voorkomingsmethode en de materiële invulling van het bestuurdersbegrip onder recent gesloten belastingverdragen.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Dr. mr. P. Rustenburg - Open normen in het belastingrecht

De ontwikkelde normtheorie maakt het mogelijk om normen in het fiscale systeem naar hun inhoud te onderscheiden en te definiëren. Het uit de normtheorie af te leiden consistent stelsel van normen functioneert onafhankelijk van politieke of belastingpolitieke opvattingen. Met deze normtheorie wordt beoogd een praktische bijdrage te leveren aan een duidelijk omschreven inhoud en aan een eenduidig identificeerbare en communiceerbare betekenis van open en niet-open normen in de rechtspraktijk en de belastingwetenschap. Tevens wordt hiermee een theoretisch fundament gelegd onder belastingrecht als normatief systeem.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Binnenkort en het Weekblad

Het draagkrachtbeginsel en andere verdelingsbeginselen: gedachten over hun invulling, rol en betekenis voor belastingheffing

Belastingheffing is een verdelingsvraagstuk. De wens belasting te heffen, roept immers de vraag op hoe de belastinglast moet worden verdeeld. Verdelingsbeginselen spreken zich daarover uit. Zij geven normen voor een rechtvaardige spreiding van de belastingdruk over de belastingplichtigen.
In de geschiedenis hebben zich verschillende verdelingsbeginselen gemanifesteerd. Het draagkrachtbeginsel is daarvan het bekendst. In deze bijdrage staat dr. L.W.D. Wijtvliet stil bij de betekenis voor de belastingheffing van dit en andere verdelingsbeginselen. Ook gaat hij in op de verschijningsvormen en maatstaven van draagkracht.

Wetenschap en (on)zorgvuldigheid in een btw-fraudecarrousel: fiscaal- en strafrechtelijk samenspel

Wetenschap en (on)zorgvuldigheid bepalen of een ondernemer fiscaal of strafrechtelijk aansprakelijk kan worden gehouden voor betrokkenheid in een btw-fraudecarrousel. De jurisprudentie daarover is nog in ontwikkeling. Bij de strafrechtelijke beoordeling heeft het fiscaalrechtelijke Kittel-criterium als zodanig geen plaats. Onvoldoende zorgvuldigheid (‘had moeten weten’) kan echter wel met de nodige precisie onder voorwaardelijk opzet worden geschaard, of vertaald worden naar schuldwitwassen, schuldheling en schending van Wwft-verplichtingen, aldus besproken door mr. M. Lambregts.

Producten: WFR-signaleringen

9