Op donderdag 1 juli verschijnt nummer 7389. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

Prof. mr. dr. A.C.P. Bobeldijk - Het onzakelijke eigen vermogen
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. R.H.M. Roumen - Het conceptwetsvoorstel ‘Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel’ in relatie tot belastingverdragen

Op 4 maart 2021 is conceptwetsvoorstel ‘Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel’ ter ­consultatie aangeboden. In deze bijdrage wordt ingegaan op de vraag hoe dit conceptwetsvoorstel zich verhoudt tot belastingverdragen. Daarbij wordt ingegaan op de werking van belastingverdragen, mogelijke toepassing van de non-discriminatiebepaling en de verhouding tot het beginsel van de goede verdragstrouw.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Drs. A.T.H. van der Linden - Huurtoeslag: complex en in meerdere opzichten verstorend

De laatste aanpassing van de huurtoeslag dateert van 1 januari 2020. Desondanks blijkt er uit de CPB-doorrekening van diverse verkiezingsprogramma’s een momentum te bestaan voor verdere aanpassing van de huurtoeslag. Nadere aanpassingen zijn ook om meerdere redenen welkom. De crisis op de woningmarkt heeft allereerst effect op de beschikbaarheid van sociale huurwoningen, terwijl het recht op huurtoeslag aan de sociale huurgrens is gekoppeld. Een verbetering van de krapte is op korte termijn niet in zicht. Tegelijkertijd beperkt de huurtoeslag de woning- en soms de arbeidsmobiliteit als men wil verhuizen (voor een baan) terwijl geen andere sociale huurwoning beschikbaar is. Afsluitend zal blijken dat de marginale druk van inkomstenbelasting in combinatie met huur- en zorgtoeslag een dermate verstorende werking op de arbeidsmarkt heeft dat zij bijdraagt aan arbeidsaanbodtekorten in bepaalde sectoren. In deze bijdrage worden, in het kader van het politieke momentum, verbetervoorstellen voor de huurtoeslag gedaan.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Mr. ing. B.J.B. Boersma RB en dr. J.A. Kruit - Douanevertegenwoordiging – het bestuursrechtelijke en het civielrechtelijke perspectief (tweeluik)

Bij het doen van douaneaangiften is het mogelijk om douanevertegenwoordiging toe te passen. De douanevertegenwoordiging heeft tot gevolg dat niet de vertegenwoordiger – bijvoorbeeld de expediteur – maar de opdrachtgever – vaak de importeur – de aanslag krijgt. Om vertegenwoordiging toe te passen geldt een aantal voorwaarden. Zo is vereist dat op de juiste wijze volmacht is verleend. Gebreken in die volmacht kunnen niet eenvoudig worden gerepareerd, zo volgt uit een arrest van de Hoge Raad. Er zijn echter nog veel meer juridische ontwikkelingen op het gebied van douanevertegenwoordiging, die zowel kansen als risico’s bieden. Naast de relatie tussen de douanevertegenwoordiger en zijn opdrachtgever enerzijds en de douane anderzijds speelt de interne relatie tussen de vertegenwoordiger en zijn opdrachtgever. Douane-expediteurs verklaren op hun relatie met hun opdrachtgevers regelmatig de Nederlandse Expeditievoorwaarden van de Fenex van toepassing. Deze voorwaarden voorkomen of beperken de aansprakelijkheid van de douane-expediteur tegenover zijn opdrachtgever in verregaande mate. Ook voorzien deze in een verhaalsrecht van door de expediteur aan de douane te betalen bedragen. Echter, dat betekent niet dat verhaal in de praktijk ook steeds mogelijk is. Deze problematiek wordt in dit artikel eerst vanuit een bestuursrechtelijk perspectief beschreven – in deel I – en daarna – in deel II van dit artikel – vanuit een civielrechtelijk perspectief.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Rubriek Parlementair
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Claire Hofman - Het systeem van sanctionering van fiscale fraude

Op donderdag 8 juli 2021 promoveert Claire Hofman aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op het proefschrift ‘Het systeem van sanctionering van fiscale fraude’.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator

Binnenkort in het Weekblad

Over het delen van in te nemen standpunten en zienswijzen met de Belastingdienst

De afgelopen jaren is de hoeveelheid aan nieuwe (internationale) belastingwetgeving in hoog tempo toegenomen. Deze wetgeving is vaak complex en bevat geregeld ook open normen. In de praktijk kan dit de behoefte met zich brengen om zienswijzen dan wel standpunten met de Belastingdienst te delen, bijvoorbeeld voorafgaand aan het ­indienen van een aangifte of reeds in een eerder stadium. In het artikel wordt door mr. R.A. de Boer, mr. drs. R.W.J. van der Struijk en mr. M.J.S. Lavreysen onder meer ­ingegaan op de vraag of aan dergelijke communicatie gerechtvaardigd vertrouwen ontleend kan worden dan wel in de weg kan staan aan navordering dan wel of naheffing van belasting. Tevens komt de vraag aan de orde of in de boeterechtelijke sfeer, meer in het bijzonder artikel 67d AWR, betekenis toekomt aan dergelijke omstandigheden.

Kostenaftrek bij afwikkeling in geld van voorwaardelijke werknemersopties

Mr. H.J. Noordenbos bespreekt de aftrekbeperking van artikel 10, lid 1, j, Wet op de vennootschapsbelasting 1969. De kosten die gepaard gaan met de toekenning en afwikkeling in aandelen van werknemersopties zijn niet aftrekbaar van de te belasten winst. De auteur gaat na of de kosten wel aftrekbaar zijn van de te belasten winst, indien een voorwaardelijk optierecht, vóór het moment waarop het recht onvoorwaardelijk wordt, door de werkgever wordt omgezet in een bonus in geld.

Producten: WFR-signaleringen

2