Op donderdag 29 juli verschijnt nummer 7392. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:
R.P.F.M. Hafkenscheid en J.W. Valkenburg - De fiscale nuances van een omstreden mondkapjesdeal
De mondkapjesdeal van Sywert van Lienden c.s. heeft veel stof doen opwaaien, mede door de ingewikkelde wijze waarop de winst is gesluisd naar rechtspersonen die voor de deal onnodig lijken. In de media wordt een beeld opgeroepen dat het voor handige zakenlieden eenvoudig zou zijn winsten te parachuteren waar men wil. Volgens de auteurs is dat beeld onterecht en voor de burger ontmoedigend. In dit artikel analyseren zij de fiscale nuances van de deal.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Prof. dr. H. Vording - Johan Rudolf Thorbecke als belastinghervormer
Tussen de namen van de grote belastinghervormers van de 19e eeuw, Gogel en Pierson, verdient Thorbecke een volwaardige plaats. Hij had een nog altijd actuele visie op belastingheffing, die ten onrechte wat is verbleekt naast zijn staatkundige opvattingen. Voor hem was belastinghervorming een onmisbaar onderdeel van een breder streven naar liberalisering van de samenleving, en bestrijding van gevestigde posities en gewoonten. Net als Gogel en Pierson was hij een fiscale pragmaticus: belastinghervorming gaat niet om het realiseren van blauwdrukken, maar om economische gevolgen en om uitvoerbaarheid.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
S.H.J.P. Adriaans LLM en L.C. van Hulten MSc - De PPT en zetelverplaatsingen
In deze bijdrage staat de volgende vraag centraal: is er ruimte voor toepassing van de Principal Purpose Test (PPT) bij zetelverplaatsingen? In dit kader gaan de auteurs in op het motiefvereiste, het normvereiste alsmede de verhouding van de PPT tot de ‘nieuwe’ tiebreaker in het OESO-modelverdrag.
Direct door naar het volledige artikel in Navigator
Binnenkort in het Weekblad
Wordt opbouw van onderhoudsvoorziening in de derde pijler voldoende gestimuleerd?
Ondanks het toenemend aantal zelfstandigen en de versobering van het tweede pijler pensioen, blijft deelname in de derde pijler (lijfrenten) beperkt. Het conceptwetsvoorstel Wet toekomst pensioenen brengt op dit punt geen substantiële verbetering. In deze bijdrage bespreken prof. mr. H.M. Kappelle en dr. B. Dieleman of het aanbod van lijfrenten voldoende wordt gestimuleerd om deelname in die producten te bevorderen en zo nee, welke wetswijzigingen hiervoor nodig zijn. Zij pleiten voor een volledige uniformering van de tweede en derde pijler. Daarnaast pleiten zij er voor om enkel de zelfstandigenaftrek toe te kennen, indien en voor zover er aantoonbaar premies voor een adequate lijfrentevoorziening wordt betaald.
To be, or not to be a DVL (that is the question)
Het artikel gaat in op de vraag onder welke omstandigheden een financiële service-entiteit kwalificeert als dienstverleningslichamen, en meer specifiek in welke mate er samenhang moet zijn tussen in- en uitgaande transacties en hoe moet worden omgegaan met diverse specifieke situaties. Mr. R. Langeveldt beschrijft het belang van de kwalificatie en op welke manieren de definitie van het dienstverleningslichaam kan worden uitgelegd. De auteur probeert het vraagstuk te beantwoorden aan de hand van de wetshistorie als ook huidige wet- en regelgeving. Aansluitend behandelt de auteur diverse praktijksituaties waarbij het onduidelijk is of een belastingplichtige kwalificeert als dienstverleningslichaam.
Producten: WFR-signaleringen