Op donderdag 18 november verschijnt nummer 7406. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

  • Prof. mr. R.J. de Vries -De – te ondergeschikte? – rol van het civielrechtelijke leerstuk rechtsverwerking in de fiscaliteit
    Na een beknopte uiteenzetting over de betekenis en reikwijdte van het leerstuk rechtsverwerking in het civiele recht onderzoekt de auteur welke plaats de Hoge Raad voor dit leerstuk heeft ingeruimd in zijn fiscale jurisprudentie. Aangezien deze rechtspraak, in het bijzonder het zogeheten flitspartnerarrest, tot misverstanden in de fiscale literatuur heeft geleid, wordt – in een poging om deze misverstanden uit de wereld te helpen – nader uiteengezet welke koers de Hoge Raad in dezen vaart. Vervolgens wordt de Hoge Raad opgeroepen om op een bepaald punt zijn fiscale rechtsverwerkingsbakens te verzetten, waarna de bijdrage wordt afgesloten met diverse rechtsverwerkingsconclusies die aan de fiscale jurisprudentie van dit rechtscollege kunnen worden ontleend.
  • S.P.J. Borremans MSc en dr. mr. W.J.C.M. Gelderblom - Duurzaam waarde toevoegen: De rol van btw in de groene transitie
    In dit artikel gaan de auteurs binnen de context van ESG en de EU Green Deal in op de rol van de btw in de groene transitie. Eerst bespreken zij de btw als primair instrument. Verlaagde btw-tarieven en vrijstellingen kunnen groen gedrag stimuleren. De vraag wordt opgeworpen of dit een effectief middel is. In het tweede doel komt de btw als secundair instrument aan de orde. De auteurs bespreken de (mogelijk verstorende) btw-gevolgen van onder andere subsidies milieuheffingen en emissiecertificaten (waaronder CBAM).
  • K.C.B.A. Bolink MSc en Mr. M.F.A. Jacobs - Een analyse van gepubliceerde Advance Pricing Agreements en verzoeken daartoe onder de herziene Nederlandse rulingpraktijk
    Met ingang van 1 juli 2019 is de Nederlandse fiscale rulingpraktijk (‘rulingpraktijk’) herzien om deze in overeenstemming te brengen met Europese en internationale normen en aanbevelingen en om de transparantie te vergroten. De Belastingdienst publiceert sindsdien geanonimiseerde samenvattingen van rulings met een internationaal karakter en verzoeken daartoe waaronder Advance Pricing Agreements (‘APA’s’) en APA-verzoeken. Die geven nader inzicht in de toepassing van de aangescherpte vereisten voor het verkrijgen van een ruling met een internationaal karakter. In dit artikel analyseren en becommentariëren de auteurs de samenvattingen van APA’s en APA-verzoeken die zijn gepubliceerd in 2020 en de eerste helft van 2021. Dit met als doel de lezer aandachtspunten mee te geven bij het indienen van een APA-verzoek om de kans op het behalen van een APA te vergroten.

Binnenkort in het Weekblad

Exploitatie al voor de scheepsdoop? De staatssecretaris meent van wel

Op 9 maart jl. is het besluit van de Staatssecretaris van Financiën inzake winst uit zeescheepvaart en samenwerkingsverbanden in de zeescheepvaart geactualiseerd. In dit besluit is in onderdeel 4.1.1 opgenomen dat, zodra de eerste kosten ter uitvoering van het voornemen tot de exploitatie van een schip worden gemaakt, sprake is van het aanvangsjaar voor het tonnageregime. Bijzonder is dat zodra een voornemen bestaat, volgens de staatssecretaris sprake is van exploitatie. In deze bijdrage gaan drs. N.A. Boink en drs. C.J. Roozen in op de vraag ‘wanneer vangt het eerste jaar dat de belastingplichtige winst uit zeescheepvaart geniet aan?’ Deze vraag wordt beantwoord aan de hand van de jurisprudentie, toepassing in de praktijk en de mening van de staatssecretaris zoals opgenomen in voornoemd besluit. Vervolgens geven de auteurs hun kritiekpunten op onderdeel 4.1.1 van het besluit weer en gaan zij in op de mogelijke complicaties die dit onderdeel met zich meebrengt. Tot slot gaan de auteurs in op de gevolgen van dit standpunt voor andere fiscale regelingen, zoals de aanvang van de reguliere afschrijving van een bedrijfsmiddel.

Het bijzondere fenomeen van lenen aan en van personenvennootschappen

In deze bijdrage bespreekt drs. M.G.A. de Wit het lenen tussen een vennoot en de vof waarin de vennoot participeert. Daarbij wordt ingegaan op belangrijke civiel- en fiscaalrechtelijke kenmerken die dit lenen een bijzonder fenomeen maken. Ook wordt kort aandacht besteed aan toekomstige ontwikkelingen binnen het personenvennootschapsrecht.

Producten: WFR-signaleringen

20