• Prof. dr. J.P. Boer - TAD 3 en box 3: eind goed, al goed?
• Prof. mr. F.M.J. Verstijlen en mr. dr. M.H.M. van Oers - Kwalificatie van schulden in faillissement en fiscus
  Het leerstuk van kwalificatie van schulden in faillissement houdt in dat men een schuld kwalificeert als boedelschuld, faillissementsschuld of niet-verifieerbare schuld. Deze kwalificatie gaat vooraf aan de rangordebepaling. Een fiscale faillissementsschuld wordt bijvoorbeeld pas betaald wanneer alle boedelschuldeisers, de concurrente ­incluis, zijn betaald en een niet-verifieerbare belastingschuld is niet verhaalbaar op het faillissementsvermogen. In deze bijdrage behandelen de auteurs aan de hand van recente jurisprudentie van de Hoge Raad de methodiek van de kwalificatie en passen zij die toe op enkele veel voorkomende faillissementssituaties waarbij de fiscus is betrokken.
• Mr. P. Visser - Uitbreiding van de onderneming voorafgaand aan bedrijfsopvolging
  In deze bijdrage staat de bezitseis van de bedrijfsopvolgingsregeling in de erf- en schenkbelasting centraal. De auteur gaat in op de gevolgen van een uitbreiding van de onderneming, dan wel de indirecte uitbreiding van een bestaand aandelenbelang, gedurende de bezitstermijn. In dat kader wordt ook onderzocht wat moet worden verstaan onder ‘één objectieve onderneming’.
• Mr. N.D. Niederer - De Europeesrechtelijke (on)houdbaarheid van Nederlandse ­antimisbruikbepalingen
  Deze bijdrage schetst de twee invalshoeken die het Hof van Justitie EU lijkt te hanteren bij de aanpak van misbruikbestrijding binnen het primaire Unierecht. Daarbij wordt de vraag opgeworpen in hoeverre bepaalde nationale antimisbruikbepalingen met deze toetsingskaders in overeenstemming zijn. Waar nodig komt ook het secundaire Unierecht – zij het in beperkte mate – aan bod.
• Rubriek Parlementair

Binnenkort in het Weekblad

Is de huwelijksgoederengemeenschap een geschenk?

Het huwelijksgoederenregime heeft grote invloed op de heffing van schenk- en erfbelasting. Een recent arrest van de Hoge Raad schept duidelijkheid ten aanzien van de beperkte gemeenschap van goederen. Een uitspraak van Hof Amsterdam creëert daarentegen veel onzekerheid. In deze bijdrage worden door drs. P.A. Schut en mr. R.J. Bruggink kansen en valkuilen voor de praktijk belicht en wordt een suggestie gedaan voor aanpassing van de Successiewet.

Fraus legis; het normvereiste toegespitst op het Hunkemöller-arrest

Na een algemene beschouwing over fraus legis en vervolgens de toepassing daarvan binnen de meerwegenleer, zoemen mr. C.B. Bavinck en prof. dr. R.P.C. Cornelisse in op het Hunkemöller-arrest. Het in dat arrest gebruikte criterium “strijd met doel en strekking van de Wet Vpb” achten zij een te vage norm.