Op donderdag 17 maart verschijnt nummer 7422. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:

  • Prof. dr. I.J.J. Burgers - Weekblad Fiscaal Recht – Weekblad Fiscale Wetenschappen
  • Mr. dr. G.M.C.M. Staats en dr. E.W.M.T. Westerhout - Naar een verdere fiscalisering van de AOW?
    In 1997 is gestart met een geleidelijke fiscalisering van de AOW. Een proces dat naar verwachting in 2075 zal zijn afgerond. Recent heeft de Commissie Draagkracht voorgesteld dit proces te versnellen en in 18 jaar tijd de AOW volledig te fiscaliseren. In dit artikel beoordelen de auteurs dit voorstel op aspecten van transparantie, inkomenseffecten en macro-economische effecten. De auteurs concluderen dat het voorstel de financiering van de AOW transparanter maakt daar de huidige duale financieringsstructuur en de Bijdragen In de Kosten van de Kortingen voor de volksverzekeringen kunnen worden afgeschaft. Wat de inkomenseffecten betreft constateren we dat volledige fiscalisering resulteert in een meer gelijke behandeling van gepensioneerden en niet-gepensioneerden. De vervangingsratio’s van gepensioneerden met een klein aanvullend pensioen gaan weliswaar omlaag, maar blijven naar verwachting hoger dan het gemiddelde in de EU of het OESO-gebied. Ten slotte concluderen de auteurs dat het voorstel macro-economische voordelen biedt. Het maakt een verlaging van het tarief op arbeidsinkomen mogelijk, leidt tot een sterkere groei van heffingsopbrengsten in de toekomst en verbetert de aansluiting van inkomens- en consumptieprofielen over de levenscyclus.
  • Drs. H.J. Meijer - Leningen en (onbelaste) vermogensoverheveling
    Wat zijn de fiscale gevolgen als vermogende ouders aan kinderen leningen met een onzakelijk debiteurenrisico verstrekken, bijvoorbeeld een lening van € 1 mln om te beleggen op de beurs? De Hoge Raad heeft voor de winstsfeer in 2011 het concept onzakelijk debiteurenrisico geïntroduceerd. De achterliggende problematiek wordt veroorzaakt door onzakelijke financiering (extreme hefboomwerking). De auteur betoogt dat in economische zin een bevoordeling kan worden geconstateerd. Hij concludeert dat de belastingrechter dit voor de toepassing van de Successiewet vermoedelijk niet zal doen. De auteur behandelt ook andere praktijksituaties van extreme hefboomwerking: lucratief belang, de omzetting van gewone aandelen in preferente aandelen in het familiebedrijf en bedrijfsopvolging aan werknemers. In deze situaties wordt overigens wel degelijk een voordeel in aanmerking genomen.
  • Mr. M.D. Quaak en mr. R.A.R.B. Beumers - Verslag NOB Rondetafelbijeenkomst Europees Fiscaal Recht
    Verslag van de 12e NOB Rondetafelbijeenkomst van de sectie Europees Fiscaal Recht, gehouden op 10 en 11 november 2021 in Den Dolder.
  • Rubriek Parlementair

Binnenkort in het Weekblad

De twee-eenheid in de btw. Het leerstuk eenheid van prestatie belicht vanuit de Europese jurisprudentie

Dr. mr. W.J.C.M. Gelderblom en mr. T.B. Klooster bespreken in deze bijdrage het btw-leerstuk eenheid van prestatie naar aanleiding van het arrest Frenetikexito. In dit arrest verschaft het HvJ EU een toetsingskader om te bepalen wanneer verschillende elementen voor de btw één prestatie vormen. De auteurs betogen dat de lijn van de Hoge Raad niet volledig strookt met dit toetsingskader bij de beoordeling of sprake is van een bijkomstig element.

De ‘definitieve’ aanslag en rechtszekerheid

Volgens P.G. ‘t Hart MSc kunnen burgers en bedrijven in het algemeen weinig vertrouwen ontlenen aan een definitieve aanslag. De Belastingdienst kan hier volgens hem in de meeste gevallen eenvoudig op terug komen door middel van een navorderingsaanslag. In het artikel worden voorstellen gedaan tot aanpassing van de wettelijke navorderingsbevoegdheden die aansluiten bij het uitgangspunt van het kunnen vertrouwen op de definitieve aanslag. Hierop gelden alleen uitzonderingen in die gevallen waarbij dit vertrouwen niet te rechtvaardigen is.

Producten: WFR-signaleringen

38