Op donderdag 1 september 2022 verschijnt nummer 7443. In deze aflevering zijn de volgende bijdragen opgenomen:
- Prof. dr. mr. E.J.W. Heithuis - BOF-belasting? Verzin iets beters!
- Prof. dr. S.B. Cornielje en prof. dr. H.W.M. van Kesteren - Aftrek en herziening van btw bij voorgenomen maar afgeblazen activiteiten
Het is vaste rechtspraak dat zij die een nieuwe ondernemersactiviteit starten vanaf de eerste uitgave recht op aftrek van voorbelasting hebben en dat die aftrek bovendien behouden blijft indien de beoogde activiteit uiteindelijk geen doorgang vindt. Het Hof van Justitie EU bevestigde deze vaste rechtspraak recent in de zaak Skellefteå maar voegde toe dat de oorspronkelijke aftrek bij afgeblazen activiteiten mogelijk moet worden herzien op basis van art. 184 en 185 Btw-richtlijn. Hiermee roept het Hof van Justitie EU de vraag op of de herzieningsbepalingen in voorkomende gevallen de omvang van het aan startende ondernemers toegekende aftrekrecht tot nihil kunnen verminderen indien het nooit tot belastbare handelingen komt. In deze bijdrage wordt op deze vraag ingegaan. - Dr. J.H.M. Arts - De kwijtscheldingswinstvrijstelling in de vennootschapsbelasting vanaf 2022
Door de wijziging van de regels voor verliesverrekening beantwoordt de kwijtscheldingswinstvrijstelling vanaf 2022 voor de vennootschapsbelasting niet meer aan haar doelstelling. In deze bijdrage is een voorstel uitgewerkt voor een aanpassing van de kwijtscheldingswinstregeling in de vennootschapsbelasting om deze onder de nieuwe verliesverrekeningsregels wel weer aan haar doelstelling te laten voldoen. - Mr. dr. B.F.M. Coebergh en mr. drs. M.D. Appelman - De berekening van het toetsingsinkomen voor de kinderopvangtoeslag: het verschil tussen huur en koop
In deze bijdrage gaan de auteurs in op de samenloop tussen de eigenwoningregeling en de kinderopvangtoeslag. Aan de hand van een rekenvoorbeeld wordt geïllustreerd dat mensen die huren in verder vergelijkbare situaties doorgaans minder recht hebben op kinderopvangtoeslag dan mensen met een eigen woning. Er wordt afgesloten met een aantal reflecties en aanbevelingen. - Rubriek Parlementair
Binnenkort in het Weekblad
Het taboe op het belasten van vermogenswinsten
Hoe komt het dat de fiscale behandeling van vermogen zo strijdig is met het draagkrachtbeginsel? Dat gold voor de IB 1964 en dat geldt voor de IB 2001. Er lijkt sprake te zijn van een taboe op de belastbaarheid van vermogenswinsten van particulieren. Drs. H.J. Meijer evalueert vijf (drog)redenen die hiertegen worden aangevoerd. Als gevolg van de rechterlijke verwerping van de forfaitaire rendementsheffing is die belastbaarheid toch aanstaande. Er zal iets verzonnen moeten worden voor het onvermogen van de Belastingdienst op het gebied van controle en handhaving.
Over de fiscale relevantie van het Überseering-arrest en de toepassing van buitenlands recht
Momenteel is een procedure aanhangig bij de Hoge Raad over een BV waarvan de werkelijke leiding is verplaatst naar Portugal. In geschil is of deze BV in Portugal binnenlands belastingplichtig is en onder het verdrag als verdragsinwoner van Portugal is aan te merken. Onder verwijzing naar het Überseering-arrest van het HvJ stelt de Staatssecretaris dat belanghebbende haar rechtsvorm niet heeft aangepast aan die van een Portugese rechtspersoon en dus niet als zodanig als binnenlands belastingplichtige rechtspersoon kan worden erkend in Portugal. Mr. dr. G.K. Fibbe is van mening dat het Überseering-arrest tot het oordeel dwingt dat Portugal de rechtspersoonlijkheid die het ontleent aan het Nederlandse oprichtingsrecht moet erkennen, maar slechts voor toepassing van het Portugese privaatrecht. De vraag die in casu rijst is of Portugal deze rechtspersoonlijkheid ook voor toepassing van de Portugese belastingwetgeving moet erkennen. Dit is niet noodzakelijkerwijs het geval en hoe landen hiermee omgaan vergt een buitenlandsrechtelijke analyse. De auteur doet de suggestie om in dergelijke kwesties waar complex buitenlands belastingrecht moet worden uitgelegd, te werken met een onafhankelijke deskundige-opinie. Nu het Nederlandse belastingrecht in toenemende mate verweven raakt met buitenlands belastingrecht, denk aan Afdeling 2.2a Hybridemismatches, wordt ook de taak van rechters uitdagender om in onderhavige gevallen zelf, al dan niet met secundaire rechtsbronnen, de buitenlandse rechtsgronden aan te vullen.
Producten: WFR-signaleringen