• Prof. mr. H.M. Kappelle - Wet toekomst pensioenen fiscaal
  Het wetsvoorstel Wet toekomst pensioenen voorziet in ingrijpende wijzigingen in met name de Pensioenwet en de Wet verplichte beroepspensioenregeling. Echter, zoals zo vaak bij pensioenen, bevat het wetsvoorstel ook een belangrijke fiscale component. Sociale partners bepalen de inhoud van de pensioenregeling binnen het door de overheid vastgestelde wettelijke kader, waaronder het fiscale pensioenkader.
  In dit overzichtsartikel gaat de auteur achtereenvolgens in op: de aan het wetsvoorstel ten grondslag liggende uitgangspunten; de fiscale premiegrens en het aanpassingsmechanisme; de extra fiscale ruimte voor compensatie; ouderdomspensioen, partnerpensioen en premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid; een arbeidsvormneutraal pensioenkader; de directeur-grootaandeelhouder; de oudedagsreserve; en het overgangsrecht.
  De fiscale faciliteiten voor de opbouw van pensioenen gelden na de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen nog slechts voor de daarin opgenomen solidaire premieregeling, flexibele premieregeling en de premie-uitkeringsovereenkomst. In de overgangsperiode van 1 januari 2023 tot 1 januari 2027 blijft in zijn algemeenheid de nu geldende wet- en regelgeving van toepassing op bestaande pensioenregelingen. Na deze overgangsperiode blijft het huidige fiscale regime van toepassing op tot 1 januari 2027 opgebouwde aanspraken. Voor aanspraken die worden ingevaren gaat het nieuwe regime onverkort gelden. Voor op 1 januari 2023 bestaande premieovereenkomsten en rechtstreeks verzekerde uitkeringsovereenkomsten met een actuarieel stijgende premie geldt een specifieke overgangsregeling. Deelnemers in dergelijke regelingen kunnen ook na 1 januari 2027 nog gebruikmaken van een progressieve premiestaffel.
• Dr. H.J. Bresser - Zorgen over de zorgvrijstelling
  Recent is het besluit aangevuld dat nadere voorwaarden stelt aan onder meer zorginstellingen om van de vennootschapsbelasting te worden vrijgesteld. Niettemin roept het besluit vele vragen op die helaas onbeantwoord blijven. In deze bijdrage doet de auteur suggesties om een aantal van deze vragen te beantwoorden.
• F.W. Wiggers LLM - Het twaalfde protocol van het EVRM: geen fiscale grand slam?
  Het twaalfde protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) werd in 2005 door Nederland geratificeerd en trad vervolgens in werking. Binnen het fiscale recht hoort men in beperkte mate over de aanvullende bescherming die dit protocol zou kunnen bieden. Hoe zou dat komen? Het gelijkheidsbeginsel op zichzelf speelt namelijk een behoorlijke rol en de bescherming die art. 14 EVRM biedt, beoogt het twaalfde protocol uit te breiden. Dat reikt zelfs tot het handelen van overheidsorganen en dus niet alleen tot het beoordelen van wetgeving. Een vraag die daarbij opkomt is of deze aanvullende bescherming doorwerkt in het fiscale recht en of het de positie van belastingplichtigen versterkt. Op dat vraagstuk wordt in deze bijdrage ingegaan.
• Mr. drs. T.A. Cramwinckel - Voorlichting door de Belastingdienst in rechtsstatelijke context. Een juridisch en communicatiewetenschappelijk onderzoek naar gewekt vertrouwen
  Op 12 oktober 2022 promoveert mr. drs. T.A. Cramwinckel aan de Universiteit Leiden op het proefschrift ‘Voorlichting door de Belastingdienst in rechtsstatelijke context. Een juridisch en communicatiewetenschappelijk onderzoek naar gewekt vertrouwen’.
• Rubriek Parlementair

Binnenkort in het Weekblad

WFR 7449

Een themanummer over de Prinsjesdag voorstellen met bijdragen van Henk Vording, Arend Jan van Lint, Sonja Dusarduijn en Edwin Heithuis.

WFR 7450

Een themanummer naar aanleiding van het jubileumcongres 150 jaar Weekblad fiscaal recht met bijdragen van Dineke de Groot, Henk Vording, Reinier van Zutphen en Rens Pieterse.