Aan de heer X zijn over een termijn van steeds twaalf maanden drie naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting en 100% verzuimboetes van respectievelijk € 415, € 415 en € 416 opgelegd. Bij controle zijn twee auto's van X zonder handelaarskenteken in totaal driemaal op de openbare weg waargenomen. Rechtbank Zeeland-West-Brabant houdt rekening met de periode, waarin de auto's tot de handelsvoorraad hebben behoord en matigt de boetes. De inspecteur gaat in hoger beroep. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de rechtbank ten onrechte rekening heeft gehouden met de periode waarin de auto's tot de bedrijfsvoorraad hebben behoord in het kader van de vraag welke boetes passend en geboden zijn. Het punitieve karakter van de berekening van de na te heffen belasting over een termijn van twaalf maanden staat namelijk niet voorop. Het is een praktische maatregel die ertoe strekt de uitvoerbaarheid te bevorderen, zodat geen sprake is van dubbele bestraffing en schending van art. 6 van het EVRM (zie HR 19 december 2014, nr. 14/00478, V-N 2015/2.23.18). De periode, waarin de auto tot de handelsvoorraad hebben behoord, is voor de boetes niet relevant. De boetes van € 415, € 415 en € 416 zijn passend en geboden. Het beroep van de inspecteur is gegrond.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch