Les Jardins de Jouvence SCRL (LJJ) exploiteert en beheert zorginstellingen. Ook oefent zij activiteiten uit die verband houden met gezondheidszorg en hulp aan zieken en gehandicapte bejaarden. LJJ stelt aan haar huurders woonruimten ter beschikking met een ingerichte keuken, een woonkamer, een kamer en een ingerichte badkamer. Verder worden aan de huurders en aan andere personen die geen huurder zijn, tegen betaling verschillende diensten aangeboden, zoals een bar-restaurant, een kap- en een schoonheidssalon, een fysiotherapiezaal, ergotherapeutische activiteiten, een wasserij, een lokaal voor bloedproeven en een artsenpraktijk. In 2004 wordt begonnen met bouwwerkzaamheden voor een nieuw gebouw naast een bestaand bejaardentehuis. LJJ is van mening dat zij btw-plichtig is en brengt de voorbelasting in aftrek. De Belgische fiscus is echter van mening dat LJJ van btw is vrijgesteld. De Belgische rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.
Advocaat-generaal (A-G) Bot concludeert dat het woonzorgcentrum van LJJ, onder omstandigheden, kan worden aangemerkt als een instelling van sociale aard die diensten verricht die nauw samenhangen met maatschappelijk werk. De A-G overweegt daarbij dat LJJ woonruimte aanbiedt aan personen van ten minste 60 jaar, en dat deze personen hierdoor volledig zelfstandig kunnen blijven wonen. Verder acht de A-G van belang dat in casu tegen betaling ook bijkomende diensten worden verleend, waarop ook personen die niet in het woon-zorgcentrum wonen een beroep kunnen doen. Vervolgens geeft de A-G een handreiking aan de nationale rechter om te beoordelen wanneer een woon-zorgcentrum kwalificeert als een instelling van sociale aard.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Omzetbelasting
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)