X poogt vanaf 2006 een omgevingsvergunning te verkrijgen voor een vastgoedproject. In 2016 wordt een motie in de gemeenteraad van Y ingebracht waarin geconstateerd wordt dat het project van X niet uitvoerbaar is gebleken, maar ook dat het college van B&W heeft toegezegd geen leges te gaan heffen ingeval van een nieuw kansrijk vervolginitiatief van X. Nadat X in 2020 wederom vooroverleg zoekt over een omgevingsvergunning, krijgt X toch een aanslag leges.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat bij X door de toezegging vertrouwen is opgewekt. De gemeente geeft echter aan dat zij de toezegging in april 2019 heeft ingetrokken. X geeft aan niet over het sluiten van zijn dossier te zijn ingelicht en evenmin over een intrekking van de toezegging. De heffingsambtenaar van de gemeente is zonder bericht niet op de zitting verschenen en kan dit dus niet ontkrachten. Dat is voor rekening van de gemeente. De aanslag leges gaat van tafel.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229