Belanghebbende (X) verkrijgt medio 1997 25% van de aandelen in A bv. Tevens neemt belanghebbende een onvolwaardige vordering (de turbovordering) op A bv over, zonder daarvoor een vergoeding te betalen. De vordering wordt in de loop van 1997 volwaardig omdat A bv bij de verkoop van een onroerende zaak een forse boekwinst maakt. Belanghebbendes aandeel in de vordering bedraagt eind 1999 € 1.065.126. Eind 2000 bedraagt zijn aandeel € 898.241. De inspecteur corrigeert de IB-aangifte met de afname van de turbovordering. Belanghebbende stelt dat er niet is afgelost op de turbovordering en dat er slechts sprake is van mutaties in de - gesplitste - rekening-courant verhouding met A bv. Hof 's-Gravenhage oordeelt dat er geen sprake is van een gesplitste rekening-courant verhouding en dat de afname van de rekening-courant tot de belaste a.b.-winst van belanghebbende behoort. Het hof baseert zich daarbij op een verslag van het tussengesprek van een boekencontrole. Hieruit blijkt volgens het hof dat er geen sprake is van een uitsplitsing van de rekening-courant op de wijze zoals belanghebbende stelt. Voor het verloop van de rekening-courant verwijst het hof naar art. 6:140 BW. Uit dit artikel en hetgeen het hof heeft overwogen over de rekening-courant verhouding volgt dat hetgeen in de jaarstukken van A bv is opgenomen correct is. Het gelijk is aan de inspecteur. De aanslag blijft in stand.
Gerelateerde artikelen
Kennisgroepstandpunt over regresschuld door verrekening rekeningcourantposities onder excessieflenenregeling
De regresschuld van A VOF aan Z BV welke is ontstaan door wederzijdse hoofdelijke aansprakelijkheid voor elkaars schulden en verrekening van rekeningcourantposities bij de bank valt onder het schuldenbegrip van art. 4.13 lid 1 onderdeel f Wet IB 2001. Dit volgt uit een standpunt van de Kennisgroep aanmerkelijk belang.
Waardestijging woning Nederland behoort tot werkelijk rendement box 3
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ongerealiseerde waardestijgingen van de woning in Nederland behoren tot het werkelijke rendement.
Woning valt niet onder ondernemingsvermogen omdat zolder niet uitsluitend zakelijk gebruikt wordt
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de zolder van de woning niet uitsluitend zakelijk wordt gebruikt en daarom niet tot het ondernemingsvermogen kan worden gerekend.
Buiten vijfjaarstermijn gedaan verzoek om ambtshalve vermindering is te laat (art. 80a Wet RO)
Hof Den Haag oordeelt dat er geen aanleiding bestaat om de navorderingsaanslagen ambtshalve te verminderen. Het verzoek om ambtshalve vermindering uit april 2021 is namelijk geruime tijd na afloop van de vijfjaarstermijn van art. 9.6 Wet IB 2001 ontvangen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).
Inhoud pakket Belastingplan 2026 bekendgemaakt
De Staatssecretaris van Financiën heeft de Fiscale beleids- en uitvoeringsagenda 2025 naar de Tweede Kamer gestuurd. Hierin staan de keuzes die dit kabinet maakt. Zo is als bijlage een overzicht opgenomen van fiscale wetgeving zoals die nu is voorzien.
Beroep op hogere persoonsgebonden aftrekposten faalt bij gebrek aan onderbouwing (art. 80a Wet RO)
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat X ter zake van de door haar geclaimde hogere aftrekposten niet aan de op haar rustende bewijslast voldoet. De Wet IB 2001 biedt geen ruimte om naast het forfaitaire bedrag extra kosten in aftrek te brengen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk, omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).
Aftrek specifieke zorgkosten niet aannemelijk gemaakt (art. 81 Wet RO)
Hof Den Haag oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat haar gemaakte vervoerskosten rechtstreeks het gevolg zijn van ziekte of invaliditeit. Ook maakt X niet aannemelijk dat zij meer kosten maakt dan een vergelijkbare belastingplichtige zonder ziekte of invaliditeit. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).