X SARL is houdster van een multinationale onderneming. In de loop der jaren hebben diverse fusies plaatsgevonden. Zo hebben begin 2018 met terugwerkende kracht tot 1 januari 2018 diverse juridische fusies plaatsgevonden met het oog op rationalisatie van de Nederlandse groepsstructuur. Met betrekking tot de VPB-aangifte 2018 bestaat tussen X SARL en de inspecteur een verschil van mening over de aftrek van rente. De inspecteur staat een bedrag van € 16 mln. aan bovenmatige deelnemingsrente niet in aftrek toe (ex art. 13l Wet VPB 1969). In geschil is de bepaling van de verkrijgingsprijs van de aandelen van een concernvennootschap. X SARL is van mening dat deze verkrijgingsprijs moet worden bepaald aan de hand van de wettelijke bepalingen voor de vaststelling van het opgeofferd bedrag (met name art. 13d lid 6 Wet VPB 1969 en art. 13i Wet VPB 1969). De inspecteur is van mening dat de verkrijgingsprijs een autonoom begrip is waarbij de tegenprestatie voor de bij de aandelenfusie ingebrachte aandelen in aanmerking moet worden genomen.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat het opgeofferde bedrag van art. 13d Wet VPB 1969 niet tot uitgangspunt dient bij de bepaling van de verkrijgingsprijs van de aandelen in de zin van art. 13l Wet VPB 1969. Uit de wetsgeschiedenis volgt dat de wetgever met de keuze voor het begrip verkrijgingsprijs in art. 13d Wet VPB 1969 juist onderscheid heeft willen aanbrengen ten opzichte van het begrip opgeofferd bedrag zoals gebruikt in de liquidatieverliesregeling. Ook de ‘doorschuifbepalingen’ van art. 13d lid 6 Wet VPB 1969 en/of art. 13i Wet VPB 1969 zijn daarbij niet van (overeenkomstige) toepassing. Volgens de rechtbank heeft de wetgever voor de toepassing van art. 13l Wet VPB 1969 gekozen voor een autonoom begrip verkrijgingsprijs. Daaronder wordt in ieder geval begrepen de tegenprestatie bij de verwerving of de uitbreiding van de deelneming vermeerderd met de ten laste van de verkrijger gekomen kosten, alsmede na de verwerving gedane (informele) kapitaalstortingen. Op dit punt is het gelijk dan ook aan de inspecteur. Omdat een uitkering die is gedaan uit de agioreserve volgens de rechtbank is aan te merken als terugbetaling van kapitaal, komt deze uitkering wel in mindering op de verkrijgingsprijs. Het gelijk op dit punt is aan X SARL. De rechtbank vermindert de aanslag daarom uiteindelijk nog wel.
Wetingang:
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 artikel 13L
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 artikel 13D
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 artikel 13I
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Rubriek: Vennootschapsbelasting
Editie: 12 september
Informatiesoort: VN Vandaag