Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de eind 2020 ontvangen informatie een nieuw feit is. X hoefde niet vooraf geïnformeerd te worden over de navordering, omdat de (verlengde) aanslagtermijn dreigde te verstrijken.

X heeft de Nederlandse nationaliteit en staat tot januari 2006 in Nederland ingeschreven. Daarna woont hij officieel in Limasol, Cyprus en uiteindelijk in de VS. X is als IT-specialist betrokken bij grootschalige glasvezelprojecten. In 2007 verkoopt hij de zelfontwikkelde intellectuele eigendomsrechten aan een vennootschap uit de Seychellen voor € 7.600.000. Dit blijkt uit informatie die de inspecteur in december 2020 in het kader van een strafrechtelijk onderzoek naar de Panama papers ontvangt. In geschil is of deze vergoeding terecht door middel van een navorderingsaanslag bij hem is belast.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de in december 2020 ontvangen informatie een nieuw feit is. X hoefde niet vooraf geïnformeerd te worden over de navordering, omdat de (verlengde) aanslagtermijn dreigde te verstrijken. De beperking van het verdedigingsbeginsel is dus gerechtvaardigd. De inspecteur maakt aannemelijk dat X in 2007 in Nederland woont. De ontkenning van X dat hij in dat jaar op een Nederlands adres woont, is in strijd met zijn eigen verhuisbericht aan de bank. De vergoeding voor de intellectuele eigendomsrechten is belast als resultaat uit overige werkzaamheden. Daarnaast wordt € 55.500 aangemerkt als een aanmerkelijkbelang-winstuitdeling, omdat een vennootschap waarvan hij de UBO is, in 2007 een betaling aan zijn ex-echtgenote heeft gedaan. Een andere vermeende winstuitdeling van ruim € 3,5 mln. is niet belast, omdat daar een even grote informele kapitaalstorting tegenover staat. Het beroep van X is in zoverre gegrond. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn krijgt X een immateriële schadevergoeding van € 1500. Als bezwaarkosten krijgt hij alsnog deels zijn reiskosten vanuit Florida vergoed voor het bijwonen van de hoorzitting. Vanwege het zware gewicht van de zaak, wordt voor de proceskosten de wegingsfactor 1,5 toegepast.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:15

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Inkomstenbelasting

Editie: 15 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

76

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen