Aan belanghebbende, X, wordt een informatiebeschikking afgegeven die komt te vervallen wanneer de Belastingdienst een aanslag IB/PVV 2009 aan X oplegt met daarin een KB Lux correctie. In de bezwaarfase tegen deze aanslag legt de inspecteur opnieuw een informatiebeschikking aan X op, die identiek is aan de eerste.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat wanneer een informatiebeschikking door het opleggen van een aanslag komt te vervallen de inspecteur niet nogmaals een identieke informatiebeschikking mag opleggen. Dit blijkt uit de wetsgeschiedenis van art. 52a AWR. Als de inspecteur wel de bevoegdheid zou hebben om (zonder dat zich nieuwe feiten en omstandigheden voordoen) dezelfde vragen nogmaals te stellen in de bezwaarfase en bij gebreke aan een in zijn ogen afdoende antwoord hierop een tweede, inhoudelijk identieke, informatiebeschikking zou kunnen vaststellen, zou de bepaling in art. 52a lid 3 AWR weinig of geen betekenis hebben. Dit artikellid is er immers op gericht de belastingplichtige rechtsbescherming te bieden, en aan welke bescherming in ernstige mate afbreuk zou worden gedaan bij een zodanige herkansingsmogelijkheid voor de Belastingdienst. De rechtbank verbindt aan de tweede onherroepelijk vaststaande informatiebeschikking geen rechtsgevolgen. Er volgt geen omkering van de bewijslast, de aanslag wordt verminderd met de door de inspecteur toegepaste KB Lux correctie.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a