Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat besluiten over de definitieve toekenning van toeslagen vallen onder de dwangsomregeling. Wel geldt voor dit soort besluiten het verlaagde maximumbedrag voor dwangsommen van € 100.

Belanghebbende, X, maakt op 15 juni 2016 bezwaar tegen het besluit van Belastingdienst/Toeslagen van 10 juni 2016 waarin de definitieve zorgtoeslag 2013 is aangepast. Op 10 november 2016 stelt X de Belastingdienst in gebreke en op 22 december 2016 stelt X beroep in bij de rechtbank. Op 10 januari 2017 verklaart de Belastingdienst het bezwaar niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Op 12 januari 2017 kondigt de Belastingdienst aan de beslissing op bezwaar te herzien, maar wijst hij het verzoek om een dwangsom af. Rechtbank Noord-Holland verklaart het beroep van X na een vereenvoudigde behandeling gegrond, maar wijst het verzoek om een dwangsom af. X komt tegen deze uitspraak in verzet en de rechtbank verklaart dit verzet gegrond.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt na verzet dat besluiten over de definitieve toekenning van toeslagen vallen onder de dwangsomregeling. Wel geldt voor dit soort besluiten het verlaagde maximumbedrag voor dwangsommen van € 100 (art. 12 Awir). Voor de toekenning van een dwangsom maakt het geen verschil of de definitieve toekenning een wijziging, herziening of een vervanging is van een eerder definitieve toekenning. De rechtbank kent een dwangsom toe van € 70.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 12

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Toeslagen en zorgverzekeringswet

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 23 november

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen