X is enig aandeelhouder van A BV. Hij schenkt de blote eigendom van een deel van de aandelen aan zijn minderjarige kinderen, onder het voorbehoud van het recht van vruchtgebruik voor een periode van tien jaar. Na het sluiten van deze overeenkomst, verkoopt X het recht van vruchtgebruik op deze aandelen aan A BV. In geschil is welke gevolgen de overeenkomsten hebben voor X' belastbare inkomen in 2000 en het daarop toe te passen tarief.
Hof 's-Gravenhage oordeelt dat een bedrag van fl. 251 115 (€ 113 951) belast is tegen een tarief van 25%. Het hof volgt de inspecteur in de forfaitaire berekeningswijze van het bloot eigendom en het vruchtgebruik. A BV heeft X voor het tijdelijk vruchtgebruik een hoger bedrag betaald zodat sprake is van een bevoordeling. Dit voordeel is belast naar een tarief van 25%.