Belanghebbende, X, huurt een woning. Bij een brand in de woning stelt de politie vast dat in de woning een hennepkwekerij wordt geëxploiteerd. De politie maakt een proces verbaal op en berekent het wederrechtelijk verkregen voordeel, en gaat daarbij uit van twee opties. Optie 1 gaat uit van één oogst in 2009 en optie 2 van 12 oogsten vanaf 2007. Optie 2 houdt rekening met de verklaring van X dat hij 2,5 jaar voor de brand is begonnen met de inrichting van de hennepkwekerij met 575 planten en dat hij in 2009 twee oogsten heeft gehad. Van een eerdere oogst heeftt X 90% weggegooid omdat de kwaliteit niet goed was, aldus X, en de tweede oogst is door de brand verloren gegaan. De inspecteur legt X over 2009 een navorderingsaanslag IB op plus een vergrijpboete.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant gelooft aan de ene kant niet dat X 90% van de oogst heeft weggegooid omdat uit het proces-verbaal van de politie blijkt dat sprake was van een professionele kwekerij. Aan de andere kant acht de rechtbank de schatting van de inspecteur niet redelijk. Bij de brand zijn alle planten en daarmee de oogst verloren gegaan. Uit de hoogte van een vordering van het energiebedrijf leidt de rechtbank af dat het moeilijk voorstelbaar is dat er in 2009 meer dan twee kweekcycli hebben plaatsgevonden (waarvan er één door brand verloren is gegaan). De rechtbank gaat daarom uit van één oogst (optie 1) en vermindert het belastbaar inkomen fors. De rechtbank vermindert ook de vergrijpboete fors vanwege de persoonlijke omstandigheden van X en undue delay
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant