Belanghebbende (X) woont in Duitsland en werkt in Nederland en is buitenlands belastingplichtige. Hij heeft niet voor de binnenlandse belastingplicht gekozen. Volgens belanghebbende mag hij – ook al maakt hij geen gebruik van de keuzeregeling – de negatieve opbrengst van zijn eigen woning in aftrek brengen op zijn belastbare inkomen uit werk en woning in Nederland. Rechtbank Breda oordeelt – onder verwijzing naar het Renneberg-arrest van het HvJ EU – dat voor de beoordeling van de vraag of sprake is van discriminatie van een niet-ingezetene, het gezinsinkomen bepalend is. Dit houdt in dat rekening moet worden gehouden met de inkomsten van belanghebbendes echtgenote. Wanneer hiermee rekening wordt gehouden, voldoet belanghebbende niet aan de Schumackernorm. Verder is volgens de rechtbank niet van belang dat het inkomen van de echtgenote bij toepassing van de keuzeregeling niet relevant is, omdat belanghebbende niet voor de binnenlandse belastingplicht heeft gekozen. De aanslag blijft in stand.
Gerelateerde artikelen
Vragen en antwoorden formulier Opgaaf werkelijk rendement uitgebreid
De Belastingdienst heeft de vraag-en-antwoorddocumenten bij het thema Formulier Opgaaf werkelijk rendement (OWR) uitgebreid. Hier en daar zijn antwoorden uitgebreid en verduidelijkt met een voorbeeld. Ook zijn meer dan 30 nieuwe vragen en antwoorden aan het thema toegevoegd.
Compensatie medewerkers in dienst van sociaal ontwikkelbedrijven; budget per gemeente bekend
Op Prinsjesdag is het amendement Van Kent aangenomen. Daarmee is voor het jaar 2025 € 40 miljoen beschikbaar gekomen om medewerkers van sociaal ontwikkelbedrijven compensatie te bieden voor de nadelige gevolgen van fiscale maatregelen uit het Belastingplan 2025 (een nieuwe belastingmaatregel met betrekking tot de afbouw van de heffingskorting). Gemeenten wordt gevraagd om hun sociaal ontwikkelbedrijf in staat te stellen om deze compensatie dit jaar uit te keren.