Bij Hof Arnhem-Leeuwarden bereiken partijen een compromis in de zaak opgenomen in V-N 2023/47.2.1. Voor het jaar 2016 is er geen verlies uit terbeschikkinggesteld vermogen en voor het jaar 2017 is er geen groter verlies uit terbeschikkinggesteld vermogen dan waarmee in de uitspraak van de rechtbank rekening is gehouden. De rechtbank heeft de belastbare inkomens uit werk en woning voor die jaren juist vastgesteld.

X houdt de aandelen in A BV die op haar beurt weer de aandelen houdt in B BV. X is, samen met zijn echtgenote, als bestuurslid en penningmeester betrokken bij een aantal stichtingen. Stichting 1 leent een bedrag van € 280.000 aan stichting 2. Een deel van dit bedrag, € 105.510, wordt doorgeleend aan B BV. De voorzitter van stichting 1 is het niet eens met de verstrekte lening en vordert terugbetaling. Na verkoop van twee privéwoningen betaalt X een bedrag terug. Daarnaast wordt X als borg aangesproken door de bank voor een bedrag van € 25.000 in verband met het faillissement van de vennootschappen. In zijn IB-aangifte 2017 verantwoordt X een netto TBS-resultaat van negatief € 280.000. De inspecteur corrigeert de aangifte. Rechtbank Gelderland (V-N 2023/47.2.1) oordeelt dat X in 2017 geen TBS-verlies in aanmerking kan nemen. Hij maakt niet aannemelijk dat in 2017 een betaling aan de ING-bank heeft plaatsgevonden. Daarnaast maakt X niet aannemelijk dat de betaling aan stichting 1 kan worden aangemerkt als een betaling namens stichting 2 en daardoor, indirect, als informeel kapitaal, een betaling door B BV aan stichting 2. X maakt namelijk niet aannemelijk dat stichting 2 is aangesproken door stichting 1 en stichting 2 dus een juridische verplichting had om de aan stichting 1 onttrokken gelden terug te betalen. Stichting 1 heeft X en zijn echtgenote hoofdelijk aansprakelijk gesteld, waarna de lening deels is terugbetaald met de verkoopopbrengst van de woningen. X gaat in hoger beroep.

Bij Hof Arnhem-Leeuwarden bereiken partijen een compromis. Voor het jaar 2016 is er geen verlies uit terbeschikkinggesteld vermogen en voor het jaar 2017 is er geen groter verlies uit terbeschikkinggesteld vermogen dan waarmee in de uitspraak van de rechtbank rekening is gehouden. De rechtbank heeft de belastbare inkomens uit werk en woning voor die jaren juist vastgesteld.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Rubriek: Inkomstenbelasting

Editie: 22 juli

Informatiesoort: VN Vandaag

14

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen