Hof Amsterdam oordeelt dat het convenant niet in de weg staat aan het opleggen van een aanslag precariobelasting.

De heffingsambtenaar van Wijk bij Duurstede legt aan X een aanslag precariobelasting 2015 voor kabels en leidingen op van € 335.366. X komt in beroep en stelt dat een convenant is gesloten dat aan de heffing in de weg staat. Rechtbank Midden-Nederland corrigeert de aanslag voor het aantal meters dat in de heffing is betrokken. X komt in hoger beroep.

Hof Amsterdam bevestigt het oordeel van de rechtbank. De gemeente heeft het convenant in 2014 opgezegd. Over de rechtsgeldigheid van die opzegging loopt nog een procedure. Wat daar van ook zij, volgens het hof vloeit uit het convenant geen gedoogplicht voort voor de gemeente als grondeigenaar. Hooguit vloeit uit het convenant een terugbetalingsverplichting voor de precariobelasting voort, maar zoals de rechtbank heeft geoordeeld kan alleen de civiele rechter daar een oordeel over vellen. De belastingrechter kijkt alleen naar het convenant voor zover dat van belang is voor de beoordeling van de rechtsgeldigheid van de aanslag. Het hof verwerpt het beroep van X op haar algemene voorwaarden, omdat dat eerst ter zitting is gedaan en daarmee in strijd is met een goede procesorde. Het hof oordeelt dat het convenant, noch enige andere door X gestelde verplichting, aan het opleggen van de aanslag in de weg staat. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 9 november

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen