Aan X is een aanslag leges opgelegd door de heffingsambtenaar van Lelystad, ten bedrage van € 105.112, voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een Omgevingsvergunning. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en heeft de zaak terugverwezen naar de heffingsambtenaar, met de opdracht opnieuw uitspraak te doen. X komt in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het primaire standpunt van X, dat in het geheel geen leges kunnen worden geheven, omdat geen sprake is van individuele dienstverlening maar van algemeen belang, moet worden verworpen. X voert op basis van de Elektriciteitswet een publieke taak uit. Dat neemt, aldus het hof, niet weg dat regionale netwerkbeheerders zoals X, op bedrijfseconomische basis voor eigen rekening en risico een onderneming op het gebied van energietransport voeren en uit dien hoofde baat hebben bij een zo groot en doelmatig mogelijk werkend energienetwerk. X is zelf geen overheid maar is een N.V. en keert winst uit. Dat de aandeelhouders overheden zijn doet daar niet aan af. De aanslag moet worden verminderd, omdat de heffingsambtenaar ten onrechte de bouwkosten van het gebouw met transformatorcellen en 20 kV-installatie voor het heffen van leges als één geheel beschouwt. Het hof oordeelt dat transformatoren en de 20 kV-installatie geen onderdeel uitmaken van de aanvraag en de omgevingsvergunning. De transformatoren en 20 kV-installatie kunnen niet als vergunningplichtige bouwwerken als bedoeld in art. 2.1 lid 1 aanhef en onder a, van de Wabo worden aangemerkt. De aanslag wordt verminderd tot € 40.803.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Gemeentewet artikel 229