H bv is op de Nederlandse Antillen gevestigd en opgericht naar Nederlands recht. Vanaf 1 oktober 1996 vormen H bv en haar in Nederland gevestigde dochtermaatschappij I bv een f.e. voor de Vpb. I bv betaalt eind 1996 € 3.425.937 aan kapitaal terug aan H bv. I bv blijft dit bedrag rentedragend schuldig. Op 30 september 1999 verwerft belanghebbende (X bv) de aandelen H bv. Vanaf 1 oktober 1999 is H bv (tezamen met I bv) gevoegd met belanghebbende. Nadat belanghebbende de (interne) rente op de schuldig gebleven terugbetaling van kapitaal in eerste instantie aanmerkt als ter belastingheffing toegewezen aan de Antillen, stelt ze zich vervolgens op het standpunt dat de (interne) rente moet worden aangemerkt als winst in de zin van art. 25 BKR, die in Nederland mag worden belast naar maximaal 4%. De inspecteur heeft de aangifte van belanghebbende gecorrigeerd. In geschil is uiteindelijk of H bv is aan te merken als een houdstermaatschappij ten aanzien van de door I bv aan H bv betaalde c.q. verschuldigde (interne rente) in de zin van art. 25 BKR. Rechtbank Haarlem oordeelt dat H bv niet kan worden aangemerkt als een houdstermaatschappij in de zin van art. 25 BKR. De rechtbank acht hierbij van belang dat H bv een dochtermaatschappij van belanghebbende is, en dus is "opgegaan" in belanghebbende. Het belastbare bedrag moet worden belast tegen het "normale tarief" van art. 22 Wet Vpb. Hof Amsterdam is het met de rechtbank eens dat H bv voor de toepassing van de Wet Vpb is "opgegaan" in belanghebbende. Hierbij wijst het hof er op dat dit effect eveneens heeft te gelden bij de toepassing door Nederland van de BRK, zodat H bv voor de toepassing door Nederland van de BRK geen zelfstandig subject is. Volgens het hof kwalificeert alleen belanghebbende als "verdragssubject". De rechtbank heeft volgens het hof dan ook terecht geoordeeld dat H bv niet als "houdstermaatschappij" in de zin van art. 25 BRK is aan te merken. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting, Internationaal belastingrecht
Instantie: Hof Amsterdam