De inspecteur deelt in 2017 aan X mee dat hij IB-navorderingsaanslagen 2013 - 2015 aan hem zal opleggen. De inspecteur baseert zich daarbij op diverse vermogensvergelijkingen en kasopstellingen. De inspecteur vermindert de navorderingsaanslagen in 2018 naar aanleiding van het door X ingediende bezwaar. X wordt in 2021 vrijgesproken van gewoontewitwassen en schuldwitwassen van een geldbedrag van € 215.080. In (hoger) beroep is in geschil of de aanslagen juist zijn. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken overlegt die van belang zijn voor de beantwoording van de vraag of X voor 2013 -2015 de vereiste IB-aangiften heeft gedaan. De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslagen.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de rechtbank de aan X opgelegde navorderingsaanslagen terecht heeft vernietigd. De inspecteur heeft ook in hoger beroep niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd. Deze stukken zijn van belang voor de beantwoording van de vraag of X voor 2013 - 2015 de vereiste IB-aangiften heeft gedaan. Zo ontbreken het verslag van de huiszoeking bij X en de verslagen van diverse derdenonderzoeken. Met de stukken die de inspecteur wél overlegt, maakt hij, gelet op al hetgeen X daartegenover stelt, de door hem gemaakte inkomenscorrecties niet aannemelijk. Verder zijn de in hoger beroep overgelegde vermogensvergelijkingen niet begrijpelijk. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:42
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch