Belanghebbende, X bv, bezit en exploiteert een manege met veel grond. In 2004 verkoopt X bv een groot deel van de grond rondom de manege als bouwterrein. Voor de boekwinst van ruim € 1 miljoen vormt ze een herinvesteringsreserve. In 2008 wordt de manege verkocht. Dat gebeurt nadat een juridisch geschil tussen de pachter en mede- aandeelhouder van de manege, de heer P, en X bv in een schikking eindigt. Ook de boekwinst behaalt op de verkoop van de manege voegt X bv toe aan de herinvesteringsreserve. De inspecteur stelt dat de in 2004 gevormde herinvesteringsreserve in 2007 vrijvalt. Volgens X bv vormt de verkoop van de grond in 2004 en de verkoop van de manege in 2008 een langlopende vervreemding van één bedrijfsmiddel.
Rechtbank 's-Gravenhage verwerpt het standpunt van X bv. Beide verkopen moeten voor de vorming en instandhouding van de herinvesteringsreserve op zichzelf worden bezien, aldus de rechtbank. Er is sprake van twee juridisch los van elkaar staande transacties op verschillende momenten met verschillende kopers. Zelfs als beide verkopen in 2004 zouden hebben plaatsgevonden, zou volgens de rechtbank sprake zijn geweest van twee verschillende transacties. De rechtbank verklaart het beroep van X bv ongegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage