Hof Arnhem - Leeuwarden oordeelt dat een drijvende tankopslag in India niet is aan te merken als een vast middelpunt. X heeft geen recht op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting.

X is werkzaam als zelfstandige. Hij verricht in 2008-2009 gedurende 89 dagen werkzaamheden als duiker aan een drijvende tankopslag in India. X is van mening dat hij recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. Volgens X is de drijvende tankopslag namelijk aan te merken als een ‘vast middelpunt'. Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat een drijvende tankopslag in India niet is aan te merken als een vast middelpunt. De rechtbank overweegt daarbij dat de begrippen ‘vast middelpunt' en ‘vaste inrichting' nauwelijks van elkaar verschillen. Vervolgens wijst de rechtbank er op dat een vaste inrichting in de regel niet aanwezig wordt geacht indien de bedrijfsuitoefening plaatsvindt in een bedrijfsinrichting die minder dan zes maanden wordt aangehouden. Aangezien X slechts 89 dagen beschikte over een (fysiek) middelpunt, is er volgens de rechtbank sprake van een incidentele en kortdurende situatie, en kan er niet worden gesproken van een middelpunt dat van voldoende duurzame aard is om aangemerkt te kunnen worden als een vast middelpunt. X heeft geen recht op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting.

Hof Arnhem - Leeuwarden oordeelt dat X in India voor het verrichten van zijn werkzaamheden niet geregeld beschikt over een vast middelpunt. Het hof overweegt daarbij dat het bij een vast middelpunt moet gaan om een ‘centre of activity of a fixed or permanent character'. Het hof wijst daarbij op het OESO-commentaar op art. 14 lid 1 OESO-modelverdrag (1977 en 1992). Het hof overweegt hierbij ook dat de begrippen ‘vaste inrichting' en ‘vast middelpunt' twee verschillende begrippen zijn die niet met elkaar vereenzelvigd kunnen worden. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

0

Gerelateerde artikelen