A-G Ettema is van mening dat X ondanks de wijziging per 1 januari 2020 van art. 6a Uitv.reg. BPM nog steeds kan stellen en aannemelijk kan maken dat de geregistreerde CO2-uitstoot in het Nederlandse kentekenregister niet voldoet aan de eisen van art. 9 Wet BPM 1992.

X doet in februari 2020 BPM-aangifte voor een Audi A4 Limousine, die in mei 2017 voor het eerst tot de weg is toegelaten. In geschil is de BPM-naheffing van € 16.489 en in het bijzonder de hoogte van de CO2-uitstoot. Tot en met de procedure bij de rechtbank zijn partijen uitgegaan van de CO2-uitstoot van 243 gram per km op basis van de Scandinavische rekenmethode zoals vermeld in het Nederlandse kentekenregister. Op de zitting bij het hof overlegt X  alsnog het Duitse kentekenbewijs, waaruit een lagere CO2-uitstoot volgt. Volgens Hof Den Haag mag X uitgaan van de lagere uitstoot van 144 gram per km, die is namelijk gebaseerd op de NEDC-methode. De aanslag wordt verlaagd tot € 651. De Staatssecretaris gaat in cassatie.

Advocaat-Generaal Ettema is van mening dat X ondanks de wijziging per 1 januari 2020 van art. 6a Uitv.reg. BPM nog steeds kan stellen en aannemelijk kan maken dat de geregistreerde uitstoot niet voldoet aan de eisen van art. 9 lid 11 Wet BPM 1992. Als X daarin slaagt, dan moet voorbijgegaan worden gegaan aan de in het kentekenregister vermelde CO2-uitstoot. De CO2-uitstoot in het kentekenregister is berekend volgens de Scandinavische rekenmethode. Dat brengt mee dat deze CO2-uitstoot niet voldoet aan de vereisten van art. 9 lid 11 Wet BPM. Het Duitse kentekenbewijs voldoet evident wel aan het bepaalde in art. 6a lid 2 onder d Uitv.reg. BPM, zodat het hof met juistheid heeft geoordeeld dat X daarvan mag uitgaan. Ten overvloede wordt overwogen dat X niet op grond van art. 10b Wet BPM 1992 een beroep kan doen op de BPM-regeling die gold vóór 1 januari 2020. X stelt vergeefs op grond van HR 26 april 2024, ECLI:NL:HR:2024:653, V-N 2024/20.16 dat altijd de meest gunstige meetmethode mag worden toegepast. Het arrest gaat namelijk over de NEDC-methode in relatie tot de WLTP-methode en over auto's die in een ander EU-lidstaat tussen 1 september 2018 en 1 september 2019 voor het eerst tot de weg zijn toegelaten. De conclusie strekt tot ongegrondverklaring van het beroep van de Staatssecretaris.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 6a

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 9

Instantie: Hoge Raad (Parket)

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Editie: 16 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

21

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen