Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar de uitspraak op bezwaar bekend kon maken door het voor verzending naar het bezoekadres van de gemachtigde ter post aan te bieden.

X ontvangt op 22 november 2022 een naheffingsaanslag parkeerbelasting. X maakt op 21 december 2022 bezwaar en stelt op 22 februari 2023 de heffingsambtenaar in gebreke. Zowel het bezwaarschrift als de ingebrekestelling zijn opgemaakt op briefpapier van de gemachtigde van X. Op het briefpapier wordt een postadres vermeld en in het uittreksel van de KVK het bezoekadres van de gemachtigde. Voor de uitspraak op bezwaar gebruikt de heffingsambtenaar het bezoekadres. De gemachtigde van X stelt dat hij de uitspraak op bezwaar pas heeft ontvangen met de op de zaak betrekking hebbende stukken die hij van de rechtbank heeft ontvangen. X ontvangt geen reactie op de ingebrekestelling en gaat in beroep wegens niet-tijdig beslissen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar de uitspraak op bezwaar bekend kon maken door het voor verzending naar het bezoekadres van de gemachtigde ter post aan te bieden. De gemachtigde heeft bij de behandeling van andere zaken nooit problemen gemaakt over de verzending van correspondentie naar zijn bezoekadres. Het hof acht het aannemelijk dat de uitspraak de gemachtigde in dit geval niet heeft bereikt. De dwangsom wegens niet-tijdig beslissen wordt vastgesteld op € 497.

[Bron Uitspraak]

Wetingang:

Algemene wet bestuursrecht artikel 3.40

Algemene wet bestuursrecht artikel 4.19

Algemene wet bestuursrecht artikel 6.20

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 23 december

Informatiesoort: VN Vandaag

69

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen