De Hoge Raad oordeelt dat voor de verplichting om voor het doen van LH-aangiften gebruik te maken van eHerkenning een wettelijke basis bestaat. Dit is namelijk opgenomen in art. 3 lid 1 EBVB, dat is gegrond op art. 3a lid 2 AWR.

Omdat X bv de aangifte loonheffingen niet heeft ingediend, legt de inspecteur een LB-naheffingsaanslag op aan haar. X bv is het daar niet mee eens. Zij stelt dat zij wel degelijk de wil had om aangiften LH te doen maar dat zij dat niet heeft kunnen doen, omdat zij niet over eHerkenning beschikt en zij niet kan worden verplicht om eHerkenning bij een commerciële partij aan te schaffen. Er is volgens X bv geen wettelijke basis voor het doen van aangiften door middel van eHerkenning, zolang de Wet digitale overheid niet in werking is getreden. Rechtbank Gelderland is het hier mee eens. Omdat X bv over het in geschil zijnde tijdvak geen loonheffingen is verschuldigd, stelt de inspecteur geen hoger beroep in. Advocaat-generaal Niessen acht het wenselijk om te vernemen of de Hoge Raad zich kan vinden in het oordeel van de rechtbank. A-G Niessen stelt daarom een vordering tot cassatie in het belang der wet in.

De Hoge Raad oordeelt dat voor de verplichting om voor het doen van LH-aangiften gebruik te maken van eHerkenning een wettelijke basis bestaat. Dit is namelijk opgenomen in art. 3 lid 1 EBVB, dat is gegrond op art. 3a lid 2 AWR. De Hoge Raad overweegt daarbij dat eHerkenning niveau 3 het enige beschikbare middel is waarmee door organisaties kan worden ingelogd op het ondernemersportaal van de Belastingdienst en dat voldoet aan het beveiligingsniveau ‘substantieel’. Verder hoeft een mogelijkheid om aan de wettelijke aangifteplicht te voldoen niet kosteloos te zijn. De kosten voor eHerkenning, tussen de € 20 en € 25 per jaar, acht de Hoge Raad voor organisaties die een loonadministratie moeten voeren niet van een zodanige omvang dat zij onevenredig zijn in verhouding tot de beschreven doelen die de staatssecretaris nastreeft. Tot vernietiging van de naheffingsaanslag leidt dit niet omdat X bv geen LH is verschuldigd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 3a

Algemene wet bestuursrecht 2:16

Algemene wet bestuursrecht 2:15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting, Belastingrecht algemeen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

14

Gerelateerde artikelen