De heer X koopt in december 2003 een pand, dat vervolgens door hem is overgedragen aan een bv van een vastgoedconcern. X en het concern komen overeen dat X in ruil voor een aandeel in de winst de verbouw van het pand zal leiden en daarna de woningen/appartementen gaat verkopen. In geschil is of aan de bv terecht een naheffingsaanslag in de loonsfeer, alsmede een vergrijpboete van 50% wegens voorwaardelijke opzet is opgelegd.
Rechtbank Breda oordeelt dat de bouwvakkers die het pand in 2005 verbouwen in dienst zijn bij de bv en niet bij X die geen eigen middelen heeft. Voor zover X leiding gaf aan het project deed hij dat namens de bv. De boete is ook passend en geboden. Het is namelijk van algemene bekendheid dat een werkgever loonheffing moet inhouden en afdragen. Vanwege het overschrijden van de redelijke termijn met een jaar en vijf maanden wordt de boete gematigd met 15% tot € 62.007. Het beroep van de bv is slechts daarom gegrond.