Aan belanghebbende, X, is door zijn werkgever gedurende de periode van 1 januari 2010 t/m 31 december 2011 een aantal auto's ter beschikking gesteld. X beschikte voor zowel het jaar 2010 als het jaar 2011 over een Verklaring geen privégebruik auto. Op verzoek van de inspecteur heeft X over de hiervoor genoemde periode rittenadministraties en aanvullende informatie overgelegd. De inspecteur heeft de rittenadministraties vergeleken met (foto)camerabeelden afkomstig van camera's van het KLPD (thans: de Landelijke eenheid) met Automatic Number Plate Recognition (ANPR)-technologie. Aan de hand van deze informatie heeft de inspecteur geconstateerd dat de auto is gesignaleerd op locaties die niet overeenkomen met de door X verstrekte informatie, waarna hij de in geschil zijnde naheffingsaanslagen loonbelasting heeft opgelegd. In geschil is of de inspecteur in verband met de controle van de rittenregistratie van de ‘auto van de zaak' gebruik mocht maken van de informatie die met behulp van de ANPR-camera's van de Politie is vergaard. X betoogt in hoofdzaak dat het vergaren van de ANPR-gegevens door de Belastingdienst in strijd is met het recht op privacy en de Wet bescherming persoonsgegevens, nu daarvoor geen wettelijke grondslag voorhanden is. Hof 's-Hertogenbosch is van mening dat door het gebruik door de Belastingdienst van de foto's van de KLPD in beginsel wel een inmenging van het privé leven plaatsvindt, maar dat hier sprake is van een geoorloofde inbreuk op het recht op privacy. Deze inbreuk is bij wet geregeld en is noodzakelijk in het belang van het economische welzijn van het land. Naar aanleiding van het beroep in cassatie van X heeft Advocaat-Generaal (A-G) Niessen een conclusie genomen. De A-G is het met Hof 's-Hertogenbosch eens dat de Belastingdienst de door het KLPD met ANPR-camera's verkregen gegevens mag gebruiken als contra-informatie bij de controle op de juistheid van de Verklaring geen privégebruik auto. Het opvragen van ANPR-data door de Belastingdienst bij de politie kon plaats vinden binnen de kaders van artikel 55 AWR. Dit hoewel de politie de informatie onbevoegd heeft verkregen (i.e. de gegevens in strijd met de wet heeft bewaard). De ANPR-data zijn volgens de A-G door de Belastingdienst namelijk niet verkregen op een wijze die zozeer indruist tegen wat van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht, dat dit gebruik onder alle omstandigheden ontoelaatbaar moet worden geacht.Het beroep in cassatie van X dient ongegrond te worden verklaard.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 55
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 8
Wet op de loonbelasting 1964 13bis
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)