Rechtbank Gelderland oordeelt dat X BV de vordering op Y BV in 2016 ten laste van haar winst kan brengen. Dat de vordering in 2015 is kwijtgescholden is niet van belang. Afwaardering is namelijk mogelijk op grond van de foutenleer.

E houdt alle certificaten van aandelen in X BV. In 2002 richt X BV Y BV op. Y BV koopt vervolgens voor € 1 mln. de aandelen A BV van X BV. In 2003 failleren A BV en haar dochtervennootschappen. Ultimo 2007 heeft X BV diverse forse vorderingen op Y BV. In een procedure over 2007 oordeelt Hof Arnhem-Leeuwarden dat X BV deze vorderingen grotendeels mag afwaarderen ten laste van haar winst (26 september 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:8228, V-N 2024/6.19.14). Na deze afwaardering resteert nog een schuld van € 788.000. X BV wil deze schuld, inclusief de inmiddels bijgeschreven rente van € 126.000, in 2016 ten laste van haar winst brengen. De inspecteur acht dit niet mogelijk omdat de vordering in 2015 al is kwijtgescholden.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X BV de vordering op Y BV in 2016 ten laste van haar winst kan brengen. Dat de vordering in 2015 is kwijtgescholden is niet van belang. Afwaardering is namelijk mogelijk op grond van de foutenleer. De rechtbank stelt daarbij vast dat in de commerciële jaarstukken over 2015 de vordering niet meer is opgenomen. Ook meldt de VPB-aangifte 2015 dat de vordering in 2015 is kwijtgescholden en dat daarom kwijtscheldingswinst in aanmerking is genomen. Alhoewel de vordering civielrechtelijk dus niet meer bestaat, bestaat deze fiscaalrechtelijk nog wel. De inspecteur heeft deze afwaardering namelijk gecorrigeerd. Afwaardering in 2016 is dan mogelijk op grond van de foutenleer. Het gelijk is aan X BV.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Instantie: Rechtbank Gelderland

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Inkomstenbelasting

Editie: 25 juni

Informatiesoort: VN Vandaag

48

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen