X doet BPM-aangifte voor een auto met motorschade en voldoet € 669. Van de schadecalculatie heeft € 18.000 betrekking op het repareren van de motor. Na hertaxatie door Domeinen volgt een naheffing van € 2765. Als bewijs van de motorschade overlegt X een brief van een Duitse garage, alsmede foto's en een film waarop de uitbouw van het motorblok zichtbaar is.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X aannemelijk maakt dat er iets flink mis was met de motor. Dit strookt ook met de bevindingen van de RDW, die heeft geconstateerd dat het originele motorblok is gerepareerd. Bij motorschade mag 100% van de herstelkosten worden afgetrokken, omdat je helemaal niets aan een auto hebt als de motor het niet doet. Het beroep van X is gegrond. De aanslag wordt vernietigd. Wegens het overschrijden van de redelijke termijn krijgt X ook een immateriële schadevergoeding van € 1000.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland