A-G Koopman is van mening dat het oneigenlijke (dubbele) gebruik van de ‘jubelton’ door middel van het ‘kruislings schenken’ kan worden tegengegaan op basis van het civiele recht of het fiscaalrechtelijke leerstuk van fraus legis (wetsontduiking).

X en haar broer krijgen in 2017 allebei een schenking van € 100.000 van hun moeder. De volgende dag krijgen ze ook allebei een schenking van € 100.000 van een derde. Deze derde is een zakenrelatie van hun vader. De moeder van X schenkt aan de vier kinderen van deze zakenrelatie vervolgens ieder € 50.000. Volgens de inspecteur claimt X voor de tweede schenking van € 100.000 ten onrechte de verruimde eigenwoningvrijstelling (afgeschaft per 1 januari 2024), omdat de moeder en de derde kruislingse schenkingen ten behoeve van elkaars kinderen hebben afgesproken. Volgens Rechtbank Den Haag is de tweede schenking in werkelijkheid een indirecte schenking van de moeder. De eigenwoningvrijstelling kan slechts voor de eerste schenking worden toegepast. Hof Den Haag oordeelt dat de wetgever geen vertrouwen heeft gewekt dat kruislingse schenkingen niet zullen worden bestreden. De Staatssecretaris van Financiën heeft de Tweede Kamer namelijk laten weten dat het als een constructie wordt beschouwd die actief zal worden bestreden. De eigenwoningvrijstelling voor ‘ouder-kind’-schenkingen is door de eerste schenking al uitgeput voor X. De inspecteur doet voor de tweede schenking dus terecht een beroep op fiscaalrechtelijke herkwalificatie. Er is bovendien sprake van wetsontduiking (fraus legis), omdat de schenking door de ander geacht wordt een vermogensoverheveling van de moeder naar X tot stand te brengen met als doorslaggevend motief het ontgaan van schenkbelasting. X en haar broer gaan in cassatie.

Advocaat-Generaal Koopman is van mening dat het oneigenlijke (dubbele) gebruik van de ‘jubelton’ door middel van het ‘kruislings schenken’ kan worden tegengegaan op basis van het civiele recht of het fiscaalrechtelijke leerstuk van fraus legis (wetsontduiking). Zijn voorkeur gaat uit naar een correctie op basis van het civiele recht. Civiel zal naar zijn inschatting vaak al kunnen worden vastgesteld dat beide schenkers in de civiele werkelijkheid hebben beoogd een overeenkomst te sluiten, waardoor in de fiscale werkelijkheid aan het eigen kind is geschonken. Fiscaalrechtelijk zou de Hoge Raad kunnen formuleren dat als de kruislingse schenkingen niet als los van elkaar staand kunnen worden gezien, de schenkingen (met toepassing van het leerstuk van fraus legis) fiscaal moeten worden aangemerkt als schenkingen aan de eigen kinderen. De A-G concludeert tot ongegrondverklaring van het beroep.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 33

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Editie: 28 oktober

Informatiesoort: VN Vandaag

Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)

Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief

921

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen