Belanghebbende, X, is het niet eens met de WOZ-waarde 2012 van zijn woning. De gemeente verklaart het bezwaar gegrond, verlaagt de waarde en kent een bezwaarkostenvergoeding toe van € 218. Rechtbank Noord-Holland verlaagt de WOZ-waarde verder, verhoogt de kostenvergoeding naar € 243 en kent een dwangsom toe aan X in verband met het niet toezenden van waardegegevens door de gemeente.
Hof Amsterdam oordeelt dat het niet tijdig toezenden van waardegegevens door gemeenten in WOZ-procedures niet kan leiden tot een dwangsom. X heeft van de rechtbank wel een dwangsom gekregen omdat de heffingsambtenaar van de gemeente Castricum niet had voldaan aan het informatieverzoek van X ex. art. 40 van de Wet WOZ. Het hof vernietigt deze beslissing omdat de bestuursrechter onbevoegd is om van de vordering van X om een dwangsom, kennis te nemen. Nu het onderliggende besluit (de beschikking ex. art. 40 Wet WOZ) geen voor bezwaar vatbare beslissing is, kan geen beroep tegen (het niet of niet tijdig nemen van) de dwangsombeschikking worden ingesteld bij de belastingrechter (vgl. HR 20 december 2013, nr. 12/02872, BNB 2014/42). Het hof oordeelt verder dat de rechtbank ten onrechte (ambtshalve) is overgegaan tot verhoging van de door de heffingsambtenaar in 2012 toegekende bezwaarkostenvergoeding van € 218 naar € 243.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Amsterdam