De heer X handelt in oude metalen. X koopt deze in van particulieren en ondernemers. In 2005 is hiervan meer dan 75% contant betaald. Het gewicht wordt meestal bepaald op de weegbrug van X. Door de Belastingdienst wordt in de branche geaccepteerd dat bij inkopen van particulieren de naam niet op de inkoopbon wordt vermeld. Van acht anonieme inkoopbonnen met bedragen van meer dan € 3.500 stelt de inspecteur echter dat deze gezien de grootte niet afkomstig zijn van particulieren en dat X met deze gefigneerde bonnen zijn inkoopkosten heeft verhoogd. In geschil is de ib/pvv-navorderingsaanslag en de vergrijpboete. Rechtbank Arnhem oordeelt dat het weggooien door X van de weegbrieven een schending is van de bewaarplicht. Deze en de overige gebreken in de administratie zijn echter niet zodanig ernstig dat omkering van de bewijslast moet volgen. X heeft voorts voldoende aannemelijk gemaakt dat particulieren ook grote partijen kunnen aanbieden. De inspecteur gaat in hoger beroep.
Hof Arnhem oordeelt dat de gebreken in de administratie niet van zodanig zijn dat daardoor geen voldoende juiste vaststelling van de belastingschuld kan plaatsvinden. De inspecteur heeft ook geen branchegegevens aangedragen op grond waarvan kan worden getwijfeld aan de winstberekening. Voor een eenmanszaak met slechts één werknemer in dienst, die constant onderweg is, is het ook niet mogelijk om een voorraadregistratie, alsmede een container- en transportadministratie bij te houden, zoals de inspecteur stelt. Het beroep van de inspecteur is ongegrond.