Belanghebbende, X, is eigenaar en gebruiker van een perceel dat niet is aangesloten op de gemeentelijke riolering. Het perceel maakt voor de behandeling van afvalwater gebruik van een zogeheten Individueel Behandelingssysteem Afvalwater (hierna: IBA) dat daar geplaatst is door en in beheer is bij de gemeente Boxmeer. Tot 1 januari 2007 besteedt de gemeente het beheer van de IBA uit aan derden en vanaf 1 januari 2007 aan het Waterschap AA en Maas. Het waterschap besteedt het feitelijk beheer van de IBA zelf ook uit aan derden. Vanaf 1 mei 2009 wordt het beheer van de IBA, in opdracht van de gemeente, uitgevoerd door een particulier bedrijf. In geschil is of het Waterschap aan X voor de periode van 1 januari 2007 tot 1 mei 2009 terecht aanslagen verontreinigingsheffing heeft opgelegd.

Rechtbank 's-Hertogenbosch oordeelt dat het waterschap geen verontreinigingsheffing mag heffen wanneer hij krachtens een privaatrechtelijke overeenkomst het beheer van een IBA van de gemeente heeft overgenomen. Het waterschap mag alleen belasting heffen voor de dekking van kosten die voor het waterschap voortvloeien uit de aan hem rechtstreeks in de Waterschapswet opgedragen publiekrechtelijke taken. In dit geval is de positie van het waterschap te vergelijken met een particulier bedrijf dat het beheer van de IBA uitvoert en is belastingheffing dus niet aan de orde. Ten overvloede merkt de rechtbank nog op dat in dit geval belastingheffing hoe dan ook niet is toegestaan (ook niet als het waterschap wel bevoegd was geweest) aangezien bij een IBA niet in het oppervlaktewater wordt geloosd. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond en vernietigt de aanslagen.

[Bron Uitspraak]