Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de woondelenvrijstelling niet van toepassing is op gedeelten van een forensische kliniek. De inschrijving in de Basisregistratie personen (Brp) en de verblijfsduur van meer dan zes maanden is op zichzelf niet doorslaggevend. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X exploiteert een kliniek voor de behandeling van patiënten met psychische problemen. De kliniek heeft diverse afdelingen, waaronder een MIC- en HIC-afdeling en een forensisch psychiatrische afdeling. Doel van de kliniek is dat patiënten zo snel mogelijk weer naar huis kunnen gaan. Bij de forensisch psychiatrische afdeling is het verblijf dikwijls meer dan zes maanden. Ook staan diverse patiënten op het adres van de kliniek ingeschreven bij de Brp.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2022/33.1.4) oordeelt dat alle omstandigheden in aanmerking moeten worden genomen voor het oordeel of de woondelenvrijstelling van toepassing is. Inschrijving in de Brp en de verblijfsduur zijn op zich niet voldoende. Ook het doel en karakter van het verblijf is relevant. Bij de kliniek staat voorop dat patiënten zo snel mogelijk weer naar hun eigen woonomgeving terugkeren. De kliniek moderniseert haar aanbod zo dat zoveel mogelijk zorg thuis kan worden aangeboden. De duur van meer dan zes maanden op de forensisch psychiatrische afdeling en inschrijving in de Brp maakt dit niet anders. Er is geen sprake van verblijf, zoals in een verzorgings- of verpleeghuis. De woondelenvrijstelling is niet van toepassing. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 220e

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hoge Raad

Editie: 27 juni

24

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen