De gemeente Arnhem legt een naheffingsaanslag parkeerbelasting van € 59,75 op aan X bv, voor het parkeren van een auto aan een voor het openbaar verkeer openstaande weg. X bv verzoekt de gemeente om een btw-factuur aan haar uit te reiken. De gemeente weigert om aan dat verzoek te voldoen.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de gemeente een btw-factuur moet uitreiken aan X bv in verband met de opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting. Volgens de rechtbank leidt de behandeling van de gemeente als niet-belastingplichtige namelijk tot een verstoring van de mededinging van enige betekenis. De rechtbank overweegt daarbij dat de gemiddelde consument geen verschil ziet tussen het ‘straatparkeren' en het ‘slagboomparkeren'. Aangezien het slagboomparkeren belast is met btw, leidt de behandeling van de gemeente als niet-belastingplichtige bij het straatparkeren tot een concurrentieverstoring. Gezien de door de gemeente gerealiseerde omzet, is de rechtbank van mening dat er geen sprake is van een concurrentieverstoring van onbeduidende omvang. Volgens de rechtbank moet de gemeente, om deze concurrentieverstoring op te heffen, dan ook een btw-factuur aan X bv uitreiken. De rechtbank draagt de gemeente op om een factuur uit te reiken met een vergoeding van € 49,38 en een btw-bedrag van € 10,37.
Wetsartikelen:
Wet op de omzetbelasting 1968 35a
Wet op de omzetbelasting 1968 34c
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 7 november