Het Benelux Parlement heeft in de plenaire zitting van 21 en 22 maart 2025 unaniem een aanbeveling aangenomen over het wegnemen van fiscale belemmeringen voor grensoverschrijdend telewerk. Staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën schrijft aan de Tweede Kamer dat hij met de Beneluxlanden in overleg is over een gezamenlijk antwoord.
Om die reden is het nog niet mogelijk om aan te geven wat de vervolgstappen zullen zijn en op welke wijze uitvoering wordt gegeven aan de aanbeveling.
Het kabinet zet zich al langer in om te bereiken dat:
- geen vaste inrichting bij thuiswerken door werknemers ontstaat;
- thuiswerkmaatregelen gericht op grenswerkers worden opgenomen in de bilaterale verdragen met buurlanden;
- de fiscale maatregelen aansluiten bij de maatregelen voor sociale zekerheid.
Met België is sinds eind 2023 al een overeenkomst over het niet-ontstaan van zo’n vaste inrichting. Met Duitsland is een maatregel afgesproken dat als werknemers maximaal 34 dagen thuiswerken, het heffingsrecht volledig blijft bij het land waar de werkgever is gevestigd. Deze maatregel kan bij tijdige parlementaire goedkeuring op 1 januari 2026 ingaan.
Op het gebied van sociale zekerheid is er een kaderovereenkomst op Europees niveau. Werknemers kunnen tot 50% van de totale arbeidstijd thuiswerken, zonder dat dit leidt tot een wijziging van de toepasselijke socialezekerheidswetgeving. Andersom moet ten minste 50% van de totale arbeidstijd fysiek gewerkt worden in de lidstaat waar de werkgever is gevestigd. Nederland, België en Luxemburg hebben de kaderovereenkomst op 1 juli 2023 ondertekend. De kaderovereenkomst is een voorlopige voorziening die is overeengekomen vooruitlopend op een wijziging van Verordening 883/2004.
Rubriek: Internationaal belastingrecht, Internationale sociale zekerheid, Loonbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 5 juni
Informatiesoort: VN Vandaag